Waar teams van opknappen

Waar teams van opknappen

 

 

“Ik doe af en toe wel wat extra’s hoor”, zegt Kristine.
“Ik vind het niet erg om te doen en de cliënten zijn er blij mee.”
Haar collega’s vallen haar bij.

Een enkeling protesteert dat het soms onduidelijk
is voor cliënten als de een iets extra’s doet en de ander niet.
Maar echt tegengeluid is er niet.

Ze zijn het min of meer met elkaar eens dat je best iets kunt doen voor de client dat buiten de afspraken valt.
Voorheen deden ze al die dingen ook al.
Nu mag het ineens niet meer.
Dat raakt de medewerkers in hun zorghart.

“Hebben jullie dit gesprek al vaker met elkaar gevoerd?” checken we.
“Het klinkt van wel.”
“Dat klopt, dit gesprek hebben we al heel vaak gevoerd”, antwoordt de leidinggevende,
die al een tijdje onrustig op haar stoel zit.

Ze heeft lang op haar handen gezeten,
maar dit moment kan ze niet laten lopen.

Duidelijk zijn

“Ik snap dat het een bittere pil is.” zegt ze
“Maar de situatie zoals hij was komt er nooit meer.
Als we blijven doen wat we vroeger deden,
dan kunnen we binnenkort sluiten omdat we failliet zijn.
We krijgen hier simpelweg niet voor betaald.
Dus we kunnen het niet doen.
De werkzaamheden waar we wel voor betaald worden
komen erdoor in het gedrang.”

Ze blijft stil en kijkt rond in haar team.

Teamleden die eerst de boventoon voerden
in het gesprek blijven nu stil.

Een ander geluid

Tot de eerste schoorvoetend begint:
“Ik merk inderdaad dat ik soms te weinig tijd heb,
als ik ook nog gordijnen open moet doen en
bedden recht moet trekken omdat de cliënten
dat zo gewend zijn dan red ik het helemaal niet.
Maar ik vind het vervelend om elke keer die
discussie te voeren. Het zou fijn zijn als we
als team één lijn zouden trekken”.
Een paar collega’s knikken instemmend.

Het gesprek verandert.
Ze praten over wat ze als team nodig
hebben om te zorgen dat ze geen dingen doen
waarvoor ze niet worden betaald.
Al snel staan er mooie dingen op de flap:
goede voorlichting naar nieuw komende cliënten,
heldere afspraken met cliënten en familie,
goede communicatie onderling,
elkaar scherp houden wanneer iemand zich onverhoopt niet aan de afspraken houdt.

Consequenties benoemen

De sleutel van het succes van dit team was

de duidelijkheid van de manager.
Zij maakte klip en klaar duidelijk hoe de situatie nu is
en wat ze van het team verwacht.
Bovendien noemde ze onomwonden
de consequenties van het negeren van de afspraken.

Als ze dit niet had gedaan was een deel van het team erg tevreden geweest
met zichzelf en de extra’s die ze voor cliënten deden.
Met als gevolg dat mensen druk ervaarden,
hun werk niet afkregen en financiën niet klopte.
Dat zou op termijn niet goed gaan.

Teams knappen op

Wij zien teams altijd enorm opknappen van duidelijkheid.
Het biedt ze kaders, grenzen en het bakent het speelveld af
waarbinnen ze kunnen en mogen opereren.

Het geeft veiligheid.
Veiligheid die teams nodig hebben om zelfstandig
te functioneren, beslissingen en verantwoordelijkheid te nemen.

Als je speelveld te groot of onduidelijk is
is het veel lastiger om beslissingen
en verantwoordelijkheid te nemen.
Je bent dan minder in staat om de consequenties
van je handelingen in te schatten.
Waarschijnlijk ben je dan voorzichtiger dan noodzakelijk.

Openheid en veiligheid

Onderzoek van Brené Brown toonde aan dat
hoe duidelijker grenzen worden aangegeven,
hoe groter de empathie en de compassie naar anderen wordt
en hoe meer openheid en veiligheid er wordt ervaren.

Als je als leidinggevende een veilig en open klimaat wilt creëren,
begin dan eens met reflectie op dit punt.
Kijk waar je meer duidelijkheid kan bieden.

Als de teamcultuur niet past bij de opdracht

Als de teamcultuur niet past bij de opdracht

“Ik geloof dat ik niet zo goed snap wat je bedoelt met die assen.
Kun je dat nog een keer uitleggen?”
Een aantal van haar collega’s knikken driftig mee.
De rest kijkt wat glazig voor zich uit.
Maar lijkt ook niet direct te snappen wat ik bedoel.

Misschien ben ik wat te vaag gebleven bedenk ik me.
Dus leg ik, deze keer concreter, uit hoe het model precies bedoeld is.

We zijn aan het werk met een team in de zorg.
Een heel divers, multidisciplinair team,
stuk voor stuk professionals in hun vak.
Ze hebben elkaar nodig om hun vakgebied
te versterken en de zorg voor hun patiënten te optimaliseren.

Kritische vragen

We hebben dit team uitgenodigd om in het model
een plek te kiezen die past bij de cultuur van dit team,
maar ze blijven vragen stellen.
Voordat ik m’n uitleg half af heb wordt de volgende vraag alweer gesteld.

M’n alarmbellen gaan nu langzamerhand rinkelen.
Blijkbaar is dit een patroon van dit team.

Ze willen eerst van de hoed en de rand weten voordat ze aan de slag gaan.
Dus stellen ze allerlei vragen.
Vragen die we in de meeste teams niet krijgen.
En die we op deze plek niet verwachten.

Teamcultuur

Dit patroon zien we vooral in wat wij een ‘doe-maar-gewoon-team noemen’
De ene keer omdat het team alles heel precies wil weten,
want precisie hebben ze hoog in het vaandel staan.
De andere keer omdat ze liever niet uit hun comfortzone gaan door in beweging te komen.
Want ze houden liever alles zoals het was.

Verandering of ‘anders dan anders’, daar zijn doe-maar-gewoon-teams niet zo van.

Doe-maar-gewoon teams zijn taakgericht en houden zich in de regel met interne zaken bezig.
Denk aan een financiële administratie of een ondersteunende ICT dienst.

Als we het team eindelijk verleid hebben te gaan staan,
Bevestigen ze onze eerste indrukken: verassend veel mensen staan in het doe-maar-gewoon kwadrant.

Past de cultuur bij de opdracht van het team?

Dit is echter een team in de zorg.
Een team dat met meerdere disciplines werkt met en voor patiënten.
Dus daar verwachten we geen doe-maar-gewoon cultuur met een interne oriëntatie.
Wij zouden eerder het tegenovergestelde verwachten.

We vragen de teamleden eens rond te kijken.
En elkaar te bevragen.

Cylla trapt af.
“Eigenlijk best bijzonder. We denken allemaal dat we erg gericht zijn
op de patiënt en toch staan we met z’n allen aan de interne kant van dit model.
Dus als team zijn we helemaal niet zo extern gericht.
Zijn we misschien wel minder met de patiënt bezig dan we zouden willen of moeten.”

“Dat herken ik wel” gaat Joya verder.

“We zijn veel meer bezig met al die eilandjes in ons team
dan met onze patiënten.
Tenminste daar lijken we ons veel drukker om te maken.
Daar besteden we in ieder geval meer tijd aan.
In ons overleg en ook bij de koffieautomaat.”

De eerste ongeschreven regels worden helder

“Ja” gaat Joris verder “En het is hier ook toegestaan
om een poli af te zeggen omdat je aan een project moet werken.
Ongeacht wat dit voor de patiënt betekent.”

“Ja, idioot eigenlijk als je dat zo hardop zegt” lacht Joya.

Als ik vervolgens vraag waar ze wel wat meer van zouden
kunnen of willen gebruiken dan schuift het team,
zoals verwacht, naar extern gericht op: een combinatie van de hart & ziel en cowboy-cultuur.
Op inhoud willen ze wel graag de zorgvuldigheid koesteren die past bij hun huidige cultuur.

“We zouden wel wat directer kunnen zijn.
We zijn nu vaak wel erg voorzichtig met elkaar.
We wegen onze woorden heel zorgvuldig.
Daar schieten we wel eens in door.
Dat zou wel ietsje minder kunnen.” zegt Maria.

“Wil je dat eens toetsen bij je collega’s? vragen we.
“Wie is het daarmee eens?” toetst Maria.
Er gaan veel enthousiaste handen omhoog.

Die van Ruud gaat slechts half omhoog.
“Maar het hoeft wat mij betreft ook weer niet te bot
en te direct te worden. Die zorgvuldigheid en vriendelijkheid
vind ik ook waardevol.” zegt hij aarzelend.

We besluiten om dit team met het spel der ongeschreven regels te laten werken,
om scherper te krijgen waar ze als team concreet mee aan de slag kunnen en samen voor willen gaan.

Je kunt misschien wel raden welke
ongeschreven regel ze allemaal graag wilden veranderen.

 

Niks doen, niks zeggen

Niks doen, niks zeggen

 

Ting ting ting!
Ester tikt tegen haar glaasje.

“Yogajufspeech!” roepen een paar mensen in koor.
De sfeer zit er goed in tijdens deze yoga zeilreis.

Er ontstaan mooie verbindingen in de groep.
Er wordt naar elkaar omgekeken.
Lief en leed wordt gedeeld.
Platte grappen gemaakt.

Het duurt even voordat Ester de aandacht krijgt.

Spanning aanvoelen

“Er is er nog iets dat ik aan jullie wil voorleggen.”
Ze begint aan een redelijk lange inleiding.
“Sommige mensen zijn er enorm fan van en ik weet dat anderen het weer minder leuk vinden… Maar het blijkt altijd ook heel fijn….”

En dan komt ie

“Vaak lassen we tijdens zo’n week als deze één stiltemoment in de ochtend in…”

Terwijl Ester doorpraat over
de verschillende soorten en smaken,
de voordelen en effecten
van een stiltemoment,
wordt het in de groep opvallend wat stiller.

Dan volgen er vragen.
“Bedoel je dan alleen stil zijn of ook echt uit contact?”
“Hoe lang dan?”

Ester geeft aan dat ze nog gaat bekijken wat ze doet.
Hoe lang en in welke vorm.
Daarmee geeft ze aan dat het besluit bij haar ligt.
Ze wil enkel even polsen hoe iedereen erin staat
zodat ze een vorm kan kiezen die passend is.

Als de spanning toeneemt

Het rumoer in de groep neemt nu toe.
Er zijn onderonsjes en wat luidere uitingen.
Iemand vertelt me hoe ongemakkelijk de stilte voor haar bleek op een eerdere reis.
“Ik hou niet zo van dat ongemakkelijke gevoel”
Ik schiet onmiddellijk in de overtuigstand,
alleen heb ik dat op dat moment niet door.
“Op zich is er niks mis met ongemak, toch?”
Ik hoor het mezelf daarna luid nog eens herhalen,
zodat meer groepsleden het horen.

Als de optie ‘tot en met het ontbijt’ langskomt
groeit de opstandigheid bij een paar mensen.

“Ik wil verbinden met anderen tijdens het ontbijt.
Dat kan ik niet in stilte.”

Daarop volgt weer een onderonsje:
“Ik heb eens drie dagen in stilte in een klooster gezeten.
Daar is dit niks bij.”

Inmiddels heb ik wat afstand genomen.
Ik zit erbij en kijk ernaar.

Ik zie dat de ingezette beweging zich herhaalt.
Er ontstaat een sfeer waarin meer mensen elkaar,
hoewel heel vriendelijk en met oog voor de ander,
aan het overtuigen zijn.
Een paar groepsleden wordt juist steeds stiller.

Afdwalen

We lijken allemaal uit het oog te verliezen
met welk doel Ester ons het stiltemoment voorlegde.
Ze wilde enkel een beeld krijgen hoe mensen erin zaten.
Wij zijn niet de beslissers.
Dat is Ester.

Ester blijft er redelijk rustig onder.
Ze glimlacht.
Alsof ze denkt: dat stiltemoment lijkt me een heel goed idee.

“Laten we het gewoon verder bij Ester laten.
En haar een besluit laten nemen.”
Stel ik voor.
Zoals wel vaker, komt het er volgens mij iets te dominant uit.

“Dat besluit jij nu even voor de groep” wordt er gegrapt.
“Volgens mij gaf Ester vanaf het begin aan dat
zij een besluit ging nemen en onze input daarin meeneemt.” Zeg ik.

Ester glimlacht alleen maar.

De discussie gaat vervolgens gewoon weer verder.

“Dit is blogwaardig” zegt Ester tegen me.
“Hmmm, ik geloof dat ik gelijk mijn laptop er maar bij pak” besluit ik.

Patronen in teams als het spannend wordt

Ik moet denken aan wat ik in organisaties ook vaak zie gebeuren.
Mensen worden uitgenodigd om input te geven,
zodat één of meer mensen dat mee kunnen nemen in de besluitvorming,
en schieten onmiddellijk in de reflex van elkaar overtuigen.
De zo gekoesterde verbinding verdwijnt daarmee onbedoeld naar de achtergrond.

Maar een ander patroon is misschien nog veel interessanter.

Als het spannend wordt in een groep,
schieten mensen vaak in allerlei rationalisaties.
Met het hoofd wordt beredeneerd waarom het voorstel
een goed of juist slecht idee is.

Er wordt bovendien veel tekst geproduceerd.
Gek genoeg haalt praten ons juist weg bij waar het over moet gaan.
Zolang er veel gepraat wordt hoef je niet te voelen waar het in de kern om gaat.
Hoe meer gepraat wordt hoe minder ruimte er is
om echt te ervaren wat je ergens van vindt, wat je voelt,
welke kern geraakt wordt.
Daar is namelijk weinig tot geen ruimte voor.

Door over elkaar heen te buitelen met goed bedoelde teksten,
werpen we onbewust allerlei rookgordijnen op.

Zie je een chaotische discussie ontstaan?
Meestal is dat een teken dat er ongemak speelt
of emoties zijn die onuitgesproken blijven.

Op de korte termijn lijkt het makkelijker
erbij weg te blijven dan er naartoe te gaan.

Zodra iemand dat ongemak of pijnpunt of de olifant in de kamer benoemt
ontstaan allerlei tegenbewegingen.

Hoe herken je de patronen?

We noemen een paar van die uitingsvormen die we vaak in teams zien:

  • meningen buitelen over elkaar, zonder dat er echt verbinding gemaakt wordt
  • grappen maken
  • elkaar overtuigen
  • voor elkaar zorgen
  • men laat één of twee collega’s het vuile werk opknappen om bij de koffieautomaat te zeggen dat ze het ook zo ervaren
  • men duikt en masse op die ene collega die zo stoer is de eigen emoties te benoemen (“wat goed dat je zo kwetsbaar optelt!”), maar daar vervolgens helemaal alleen in blijft staan (dat laat hij voortaan dus ook wel uit zijn hoofd).
  • Een aantal mensen trekt zich terug en wordt steeds stiller. Niemand die het op lijkt te merken.

En als je die onrust en chaos opmerkt, wat kun je daar dan mee?

Twee tips

Zie die onrust als signaal om bij jezelf te rade te gaan:
welke emoties spelen nu bij mij?
Daarna kun je besluiten of het nodig is nog iets te zeggen.
En of dat een inhoudelijke of juist een meer emotionele boodschap moet worden.

Terugkijkend realiseer ik me dat ik helemaal niks had hoeven zeggen.
Het had niks toegevoegd.

Onderzoek ook welke sentimenten er bij anderen lijken te leven.
Gewoon, door achterover te leunen, rond te kijken en je open te stellen.

Dit is het lastigste deel:
daag jezelf uit om met die sentimenten van anderen niets te hoeven doen.

Alleen ruimte geven en luisteren.
Zelfs doorvragen en samenvatten is vaak helemaal niet nodig.

En nee, niets doen en niet reageren is niet onaardig.
Sterker nog: het brengt de broodnodige verbinding,
onder andere omdat er veel minder tekst geproduceerd wordt.

Je komt veel sneller tot resultaten.

’s Avonds deelt Ester haar besluit.
“Tot na de yogales is het stil.”

Na de stilte

Na de yoga zitten we samen aan het ontbijt.
Het is stiller dan anders.
Relaxter, zo voelt het.
Ester vraagt ons hoe de stilteochtend voor ons was.
Er ontstaat een totaal ander gesprek dan de dag ervoor.

Een paar mensen delen hun beleving.
Niet hun mening of opvatting.

De rest luistert en is stil.
Er is rust en aandacht.

Het duurt nog geen drie minuten.

Hoe vragen tot onveiligheid leiden

Hoe vragen tot onveiligheid leiden

 

“Ik heb juist geleerd dat als ik een oordeel heb,
ik die beter kan verpakken in een vraag.”
De leidinggevende kijkt me verward aan.

“Ik ben het daar helemaal niet mee eens.” Zeg ik.
Ik schrik een beetje van mijn eigen stelligheid.

Dit gesprek vindt plaats tijdens de pauze van een teamsessie.
Het team is in tweetallen buiten aan het wandelen.

Zoals altijd pakt de leidinggevende deze gelegenheid
gelijk beet om feedback te vragen.

Ik heb veel complimenten uit te delen.
Daarnaast één verbeteradvies.

“Ik zag je op drie momenten een vraag stellen
terwijl je volgens mij ook een oordeel had.”
Ik noem twee voorbeelden.

“Ja, dat klopt inderdaad.” Zegt ze.
“Ik had er ook een oordeel over.”

“Maar ik heb verschillende cursussen gevolgd
Waarin ik geleerd heb om dan een vraag te stellen

in plaats van een oordeel te uiten.”

Congruentie

“Ik ben meer van de school:
zeg wat je te zeggen hebt en vraag wat je echt wilt weten.
Anders word je incongruent.”

“Was ik incongruent?”

“Ja, ik kon merken dat je een oordeel had.
Het team hoorde jouw oordeel waarschijnlijk ook tussen de regels door.
En zo blijft dat oordeel onuitgesproken in de onderstroom sudderen.
Zowel bij jou als bij de ander.
Dat geeft ruis.”

Vragen waarin een oordeel verscholen ligt

Binnen teams worden regelmatig vragen gesteld
waar eigenlijk een oordeel of suggestie (over hoe het moet) onder ligt.
Je herkent ze aan de vorm en/of aan de toon:
“Vind je niet dat..?”
“Wat zou je de volgende keer anders doen?”
“Hoe vond je het gaan?”
“Waarom heb je…?”
“Kon je niet…?”
“En hoe denk je dan over….?”

Als er een duidelijk sturende intentie onder die vraag ligt
of een oordeel over het handelen van de ander,
en je spreekt dat niet uit,
word je vaak incongruent.
Je non-verbale gedrag komt niet overeen met wat je zegt.

Onveiligheid

Incongruentie geeft naast ruis ook onveiligheid.
Als jouw team klaagt over onveiligheid,
is de mate van congruentie binnen de communicatie
het eerste waar je naar kunt kijken.

Kip ei

Je vraagt je misschien af wat er eerst was.
de onveiligheid,
daarna de voorzichtigheid
en vervolgens de incongruentie?

Of juist precies andersom?

Gek genoeg maakt dat niet zoveel uit.
Ga in jouw team en bij jezelf eens observeren
hoeveel incongruentie je opmerkt in de communicatie.

Benoem het. Help jezelf en anderen om hun oordeel en intentie zuiver te benoemen.
Kijk eens wat het doet voor de veiligheid.

Je zult zien dat je met kleine stappen grootse effecten sorteert.

Succes!

Wil je teams nog beter leren coachen? Zodat ze samen gaan excelleren en het beste in elkaar naar boven halen? Zonder dat jij daar steeds aan moet blijven trekken? Binnenkort start de 9e editie van ons programma ‘Luie teamcoaching met grote impact’. Klik hier voor meer informatie. 

Over Firijn

Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.

Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.

In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.

Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.

Als bovenop de apenrots niet wordt gereageerd op feedback

Als bovenop de apenrots niet wordt gereageerd op feedback

“Volgens de directie zijn er allemaal klachten over mij
Maar niemand weet er zogenaamd wat van.” Briest Gina.
En ik mag blijkbaar niet vragen wie het dan geweest is.
Ik voel me nu heel onveilig.
Als aangeschoten wild.”

Ze ziet ze er niet uit als een zielig aangeschoten dier.

Ze spreekt met flink wat volume,
haar borst vooruit, druk gebarend.

Een aantal collega’s staart cynisch voor zich uit.
Armen over elkaar.
De rest van het team is zichtbaar onder de indruk.
Ze zien er angstig uit.

Het blijft stil.
Niemand voelt zich geroepen om te reageren.

Wat is er aan de hand?

Gina is door de directeur aangesproken op haar gedrag.
Gina’s soms botte manier van reageren maakt dat mensen zich aangevallen voelen.
Hierdoor zijn collega’s steeds terughoudender geworden met hun inbreng.

Gina’s inbreng is zeer waardevol voor het team.
Maar de vorm is zo agressief,
dat niemand meer een ander geluid durft te laten horen.

De directeur vindt dit geen wenselijke ontwikkeling binnen haar team.
Ze wil dat Gina meer ruimte laat aan anderen,
Minder heftig reageert
en haar meningen niet meer als feiten brengt.
Door de opstelling van Gina kan niet iedereen goed uit de verf komen.

Feedback? Van wie dan?

Gina snapt niks van de feedback. 
Het komt totaal uit de lucht vallen.

“Wie heeft dit dan gezegd?
Ik kan het juist met iedereen in het team goed vinden.” Zei ze tegen de directeur.

Nooit heeft iemand iets tegen haar gezegd.
Laat staan haar aangesproken op haar gedrag.
En nu dit!

Gina wil het graag in het volgende overleg op tafel gooien.
De directeur heeft aangegeven dat dat wat haar betreft geen optie is.
Zij wil dat Gina eerst naar haar eigen gedrag kijkt.

Gina is het gesprek boos en verdrietig uitgelopen.
Ze voelt zich genaaid.

In de weken die volgen is Gina toch eens gaan rondvragen.
Ze vraagt bij verschillende collega’s na of zij degene zijn
die dit hebben aangekaart bij de directeur.
Iedereen reageert ongemakkelijk en ontkennend.

Voor haar een bevestiging dat het een storm in een glas water is.

Bij bevriende collega’s klaagt ze steen en been over de
aanpak van de directeur.

Terug naar de teamsessie die ik begeleidde.

De emoties lopen op

“Ik zie dat het je raakt” zeg ik.
“Ja, wat denk je dan”, zegt Gina nog bozig.
“Ik weet gewoon niet om welke situaties het gaat.
Daar blijf ik maar over malen.
Hoe moet ik dan weten wat ik moet veranderen?”, zegt Gina.
“Ik vind het ook oneerlijk.”
Ze zit er verslagen bij.

“Wat gebeurt er nu bij jou”, vraag ik aan Gina.
“Ik merk nu pas hoe verdrietig ik hiervan ben”.
De tranen rollen over haar wangen.
“Ik voel me zo machteloos.
En ik heb het gevoel dat ik er geen controle over heb.
Dat vind ik heel naar.
Ik heb juist graag de controle. Daar gedij ik bij.”
Ze zucht eens diep en haalt haar schouders op.
Haar blik op haar voeten.
Haar handen friemelend in haar schoot.

Van de stevige, boze vrouw die we net zagen is weinig meer over.

De rol van andere teamleden

De rest van het team ziet het ook gebeuren.
“Wil iemand er iets over zeggen?” vraag ik aan het team.

Eerst blijft het even stil.
Dan neemt Cilla schoorvoetend het woord.
“Ik wil er wel iets over zeggen.
Ik heb eerlijk gezegd best vaak moeite met jouw gedrag.
Je kunt heel bepalend zijn in dit team.
Ik voel soms weinig ruimte voor mijn inbreng.”

“Kun je een voorbeeld noemen?” vraagt Gina.

“Ja dat kan ik wel” gaat Cilla verder.
“Zoals laatst met de verdeling van de lokalen voor het nieuwe schooljaar.
Daar hadden Gijs en ik een andere mening over.
Ik heb twee keer geprobeerd mijn mening in te brengen.
Jij veegde mijn argumenten meteen van tafel.
Sterker nog je kraste mijn suggestie door op de flip-over!
Ik heb huilend op de wc gezeten. Dat mag je best weten.”

“Deed ik dat?” vraagt Gina

“Ja” zeggen Cilla en Gijs nu in koor.

“Wat erg!” zegt Gina.
“Het duurde mij allemaal veel te lang,
ik wilde graag door naar de onderwerpen
die in mijn ogen veel belangrijker waren.
Ik wilde alleen maar een beetje tempo maken.

Waarom zeg je dat dan niet op dat moment?!”
De felheid van Gina keert weer even terug.

Cilla schrikt. Gelukkig herpakt ze zich snel.
“Dat vond ik toen veel te spannend.
Maar ik snap nu wel dat dat naar jou toe niet eerlijk is”.

Langzamerhand durven meer teamleden met voorbeelden te komen.
Gina schaamt zich langzamerhand de ogen uit haar kop.
Ze krijgt steeds meer beeld bij het gedrag dat de directeur bedoelde.

Als feedback geven een gevecht wordt

Door de voorbeelden van verschillende collega’s
merkt ze dat ze er wel degelijk pogingen toe hebben gedaan,
maar dat zij die pogingen ook om zeep heeft geholpen.

Collega’s zijn gestopt in hun pogingen om Gina aan te spreken.
Ze nemen haar en haar dominante gedrag voor lief.
Ook als dat betekent dat er geen handige besluiten worden genomen
die later weer hersteld moeten worden.
Liever dat, dan het “gevecht” met Gina.

“En nu?” vraag ik.

“Heel eerlijk gezegd, weet ik het even niet” zegt Gina.
“Ik wil er graag even over nadenken en alles laten bezinken.
Ik ben er behoorlijk door van slag merk ik.
Maar ik vind het wel fijn dat ik dit nu weet.
Nu weet ik tenminste waar de feedback vandaan komt.
Nu kan ik er iets mee.”

Zo maak je feedback geven makkelijker

“Mag ik iets zeggen?” vraagt Carina.
Ze heeft de hele middag nog weinig gezegd.
“Zoals je nu doet, Gina, zou ik je graag vaker willen zien.
Dat zou het voor mij veel makkelijker maken om iets tegen je te zeggen.”

“Hoe doe ik nu dan?” vraagt Gina, want ze heeft geen idee.

“Nou, niet zo stoer, sterk en machtig maar juist kwetsbaar en bereikbaar.
En je hoeft het niet alleen te doen. Wij zijn er ook nog.” zegt Carina.

Carina schenkt een cadeautje aan het team:
Door haar opmerking geeft ze Gina haar plek in het team terug.
Precies wat er nodig was.

Gina slaakt een diepe zucht van opluchting.
De tranen rollen vrij over haar wangen.
Wat haar betreft is het voor nu genoeg.
Voor de rest van het team ook.

Hoe draagt iedereen hieraan bij?

Er zijn mooie eerste stappen gezet. 

Maar het team is er nog niet.
De volgende bijeenkomst gaan we met het team kijken hoe iedereen,
en niet alleen Gina, aan deze situatie heeft bijgedragen.
En wat iedereen kan bijdragen om herhaling te voorkomen. 

Over Firijn

Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.

Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.

In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.

Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.

Zeg wat je te zeggen hebt, vraag wat je écht wilt weten.

Zeg wat je te zeggen hebt, vraag wat je écht wilt weten.

We gaan bijna beginnen.
De teamleden staan nog even,
keurig op 1,5 meter uit elkaar uiteraard,
koffie te drinken.

“Vond je het niet moeilijk om weer te beginnen?”
Vraagt een collega aan degene die net terug keert van zwangerschapsverlof.
“Nee, helemaal niet. Ik had juist zin om weer te beginnen. Ik vond het wel lastig om hem bij de opvang achter te laten.”

Zomaar een kort gesprekje voor de start van een teamcoaching.
Heel onschuldig.

Achteraf bleek het typerend.

Vragen die geen vragen zijn

Dit team stelde weinig vragen aan elkaar.
Tenminste dat vonden wij.

Ze waren goed in ‘stellen.’
Er werd gedurende de bijeenkomst veel gezegd,
maar niets landde echt.
Alsof het in de lucht oploste.
Dus werd het nog een keer herhaald.
Men werd daarin steeds drammeriger, gedurende de dag.

Dat kwam omdat niemand luisterde.
Logisch ook.
Want aan niemand werd écht iets gevraagd.

Een paar voorbeelden van typische uitspraken:
“Ik vind wel dat het management hier ook een rol in heeft.”
“We moeten elkaar gewoon wat meer helpen. Het zijn altijd dezelfde mensen die de extra taken doen.”
“We hebben sturing nodig.”
“Ik vind het hier soms zo’n kippenhok!”

Zij vonden dat ze wel degelijk vragen aan elkaar stelden.
Dat deden ze ook, maar het waren vooral vragen als:
“Hebben we hier nu niet lang genoeg bij stil gestaan?”
“Vinden jullie ook niet dat ….?”
“Waarom start jij niet gewoon om 9 uur?”

Vragen waar oppervlakkig niks mis mee is.
Het was alleen ontzettend voelbaar dat het geen vragen waren,
maar oordelen. Of een vriendelijk, doch dringend, verzoek om het oordeel te bevestigen.

Hoe je een onveilig teamklimaat voedt

Op allerlei manieren zorgde het team ervoor dat
er niet écht naar elkaar geluisterd werd,
men zich in de verdrukking of verdediging geduwd voelde en
dat de onveiligheid en het wantrouwen, waarvoor onze hulp gevraagd was, groeide.

Herken jij dit soort uitspraken en vragen uit jouw team?
Dan hebben we een paar tips voor jullie:

  1. Zeg wat je wilt zeggen, vraag wat je echt wilt weten. Verpak een oordeel nooit in een vraag. Dodelijk voor je samenwerking, want iedereen voelt (onbewust) het oordeel eronder. Vraag jezelf regelmatig af wat je intentie is: oprechte nieuwsgierigheid of een oordeel uitspreken?
  2. Stel meer vragen, wees nieuwsgierig en nodig bewust uit tot een tegengeluid. Dat doe je door een betoog af te sluiten met vragen als “Hoe kijken jullie hiernaar?” of “Wie denkt hier anders over?”
  3. Kijk of je oordelen kan vertalen in wensen. En het belangrijkste: vraag expliciet om een reactie! Bijvoorbeeld: “(Aan de manager) Ik vind dat jij hier ook een rol in hebt. Wat voor mij heel prettig zou werken is…. Hoe denk jij daarover? Wil je dat aan ons bieden?”

Ben je teamcoach, HR adviseur of leidinggevende en wil je dit soort patronen in teams makkelijker leren herkennen? Wil je leren hoe je met weinig energie patronen als deze helpt doorbreken? We heten je van harte welkom op een van onze trainingen in 2021:

  1. Het spel der ongeschreven regels in januari
  2. Luie teamcoaching met grote impact, start in februari

Over Firijn

Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.

Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.

In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.

Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.