Onze blogs ontvangen?
Next level tips voor slimme teaminterventies
Als je je inschrijft krijg je twee cadeautjes: ons ebook over ongeschreven regels en de checklist 'bovenstroom op orde'.
“Ik weet van mezelf dat ik soms heel streng en chagrijnig kan zijn.
En omdat mijn stem vrij hard is, kan dat best intimiderend overkomen.
Ik doe echt mijn best om daaraan te werken.
Maar dat lukt me nog niet altijd” zegt Dirk.
We zijn aan de slag met een team dat bij aanvang van dit traject in zwaar weer zat.
Er was onderling gedoe, de zorg was onder de maat
en de bejegening van cliënten en familie was niet om over naar huis te schrijven.
Gaandeweg het traject halveerde het team.
Mensen vertrokken omdat ze gedwongen werden of om andere redenen.
Dit trok een flinke wissel op de groep die bleef.
Vandaag, een jaar later, zien we weer een voltallig team.
De energie is totaal anders.
Lichter. Luchtiger.
“Je hebt ook goeie dagen hoor” grapt Iris tegen Dirk.
Iedereen lacht mee.
“Nee, serieus. We zien echt dat je je best doet.
En soms schiet je uit je slof.
Maar dat is ook lekker duidelijk.”
Een jaar geleden was zo’n geintje ondenkbaar in dit team.
Het team was bloedserieus en elke uitspraak lag op een weegschaal.
De zwaarte droop ervan af.
De lol en de sjeu was eruit.
Dit team is echt samen op weg gegaan.
Ze geven elkaar ruimte om te leren.
En snappen heel goed dat dit niet in één keer tot een perfect resultaat leidt.
Daar tillen ze niet te zwaar aan.
Soms schieten ze nog even door.
Hakima, een stille dame die het lastig vindt
om voor zichzelf op te komen, zegt bij de voornemens:
“Mij ga je vaker nee horen zeggen.”
“Ja, daaaag. Dat is niet de bedoeling.” roept Iker lachend.
We adviseren het team om alle stappen die gezet worden te omarmen.
Ook de minder mooie.
Als mensen zich dingen voornemen,
zoals meer feedback geven of vaker grenzen aangeven,
dan kan het gebeuren dat iemand daarin doorschiet.
En dan wel heel vaak z’n grenzen aangeeft en op alles nee zegt.
Of dat de feedback niet zo netjes is.
Wees je dan vooral bewust van de stap die wél is gezet:
er is een grens aangegeven en er is feedback gegeven.
Dat was er eerst niet dus het is een stap vooruit.
Gun elkaar deze leerruimte en blijf met elkaar
de stappen die gezet worden zien en benoemen.
Dat fijnslijpen komt gaandeweg wel.
Maar het is killing als je eindelijk de stoute schoenen aantrekt
om een keer je grens te trekken en je collega brandt je volledig af
omdat de vorm en toon niet helemaal klopt.
De kans dat je die stap nog eens zet is erg klein.
Als aan het einde van de bijeenkomst een nieuwe collega oppert
dat zij nu de potentie hebben het beste team van de organisatie te worden,
klinkt er spontaan een applaus.
Dit perspectief klinkt ze wel heel aangenaam en ook haalbaar in de oren.
Ook ons zou het niets verbazen als ze dat zou lukken.
Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.
Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.
In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.
Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.
Als wij starten met een teamcoaching laten we teams op de eerste dag meestal een top 3 maken van hun ongeschreven regels. Welke ongeschreven regels helpen hen bij hun gezamenlijke opdrachten welke werken juist belemmerend?
Ik ben aan het werk met een team behandelaren. De ongeschreven regel die ze graag willen koesteren is ‘Als extra inspanningen nodig zijn, dan leveren we die zonder aarzelen’.
De meeste teams labelen deze ongeschreven regel als positief. Zo ook dit team. Ik wacht altijd gespannen af of iemand deze ongeschreven regel ook ter discussie stelt. Rebecca, één van de teamleden, zet de eerste stap: “Maar zitten hier nu alleen maar voordelen aan?” “Ja, goeie!” reageert Ton. “Dat vraag ik me ook af.”
“Klinkt dit als een vraag of als een mening?” vraag ik de rest van het team.(Ze gieten hier tot nu toe alle standpunten en voorstellen in een vraag.)“Een mening gok ik” lacht Petra.
Rebecca wordt nu steviger. “Ik denk dat een aantal mensen in dit team zichzelf zo nu en dan stevig voorbij lopen. Als ik zie hoe sommige mensen ’s avonds nog hun mail beantwoorden en aan het werk zijn op hun vrije dag. Ik doe dat zelf ook regelmatig.”
“Terwijl andere mensen weer erg goed zijn in hun grenzen aangeven.” vult Ton aan. “Erg goed of té goed?” mompelt Hafid. Rebecca lacht stilletjes om zijn opmerking. Er worden blikken uitgewisseld.
“Ongeschreven regels gaan over teamgedrag en impliciete normen” licht ik toe.“Leveren jullie als team extra inspanningen of ieder individueel?”
Ze kijken me glazig aan.
“Je levert toch altijd inspanningen op persoonlijke titel?” vraagt Ton.“Niet als je regelmatig de koppen bij elkaar steektom samen knelpunten te bespreken,prioriteiten te bepalen,samen te besluiten dat extra inspanningen nodig zijnen dan te bekijken wie dat het beste naar zich toe kan trekken.Hoe gaat dat bij jullie?” vraag ik.
“Het zijn hier altijd dezelfde mensen die het naar zich toetrekken” zegt Hafid.
“Welke vragen roept dit op?” vraag ik terwijl ik de teamleden die zich tot nu toe stil hielden aankijk.
“Nou, ik vraag me natuurlijk wel af of ik hier nuop het beklaagdenbankje word gezet” reageert Eline.“Want sinds mijn burnout ben ik wel beter mijn grenzen gaan stellen.”
Het blijft stil.
“Vragen meer mensen zich af of ze zich aangesproken moeten voelen?” check ik.Er gaan drie handen omhoog.“Willen jullie dat ook toetsen bij jullie collega’s?”
“Zeker” antwoordt Eline. De andere drie knikken.
Rebecca reageert als eerste.“Nou, niet lullig bedoeld, maar ik merk dat wij de laatste tijd vaak rechtsreeks benaderd worden met vragen of verzoeken om voor advies bij een overleg aan te sluiten.Ik zie dat jullie veel minder vaak benaderd wordenen daardoor krijgen wij alles op ons bord.En ja, als ik heel eerlijk ben dan komt dat ook omdat jullie wat eerder je grenzen aangeven.”
“Ja, maar is dat zo verkeerd dan? Wat willen we dan dat onze norm is?” reageert Eline nu feller.Rob, één van de stillere teamleden, reageert nu ook:“Ik denk dat ik ook niet zoveel benaderd wordt omdat ik hier nog niet zo lang ben.”
“Maar je vraagt niet of je wat van ons kan overnemen.” Zegt Rebecca. “Nee dat is waar…” zegt Rob.
“Hoe houden jullie dit probleem met z’n allen in stand?” vraag ik.
Nu horen we Aryana voor het eerst. “Ik denk dat wij geen idee hadden dat onze collega’s zoveel extra werk op hun bord kregen en dat zij ons daar misschien ook te weinig in hebben meegenomen.”
“We hebben toch regelmatig aangegeven dat we het heel druk hadden!” zegt Hafid.
“Hoe kunnen jullie ervoor zorgen dat extra werk een teamprobleem wordt?” vraag ik. “Door niet gelijk op welke vraag in te springen,maar het eerst in het team terug te brengen.” Zegt Ayana.“We kunnen dan samen kijken welke prioriteiten we stellen,of het haalbaar is en wie het gaat doen.”
“Maar dan moeten niet altijd weer dezelfde mensen reageren” zegt Rebecca.“Nee, daar heb je gelijk in” zegt Eline.
Het team komt tot afspraken over hoe ze hun afstemmingrond extra werk gaan organiseren.Ze nemen zich voor om op dit punt voortaan als team te opereren.
Vitale teamsIn onze visie is er een wezenlijk verschil:teams waarvan de individuele leden extra inspanningen leverenof teams waarin ze als team extra inspanningen leveren,zoals dit team besloot te doen.De laatste zijn de meest vitale teams.
Het maakt niet uit of alle individuele teamleden extra inspanningen leverenof enkele.Het maakt zwakke teams waarin mensen kwetsbaar zijn.
Je hebt elkaar nodig om te bepalen of je met de juiste dingen bezig bent,om elkaar te steunen,te kijken hoe het gesteld is met ieders draaglast, draagkracht en draagvermogen van dat moment.om te prioriteren,om te besluiten grenzen te stellen.
Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.
Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.
In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.
Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.
“Hoe zijn we hier nu weer opgekomen?” vraagt Marieke.
Ze kijkt even naar Jim.
“Dat weet ik ook niet.” zegt hij.
“We zijn vast weer afgedwaald.”
Er wordt gelachen en volop geknikt.
Iedereen heeft in de gaten wat er aan de hand is.
“Ja, we doen het weer.”
Ik ben aan de slag met een team passievolle professionals
die met veel liefde voor hun cliënten en hun vak aan het werk zijn.
Zo veel passie dat ze soms zelf het spoor kwijtraken.
Ze verliezen zich erin.
Te vaak komen ze in overleg tijd te kort.
Niet omdat er te kort tijd is,
maar omdat ze allerlei zijpaden bewandelen
waardoor bijna elk overleg uitloopt.
Er lekt al een tijd energie op weg,
met de energie lekt ook de passie langzaam uit het overleg.
Ze hebben daarom tijdens de vorige teamsessie
afgesproken dat ze elkaar scherper
gaan houden op het bewandelen van zijpaden.
Elkaar bij les houden.
Dat blijkt in de praktijk helemaal niet zo makkelijk.
Er is zoveel te vertellen over hun vak en over hun cliënten.
Maar ze beginnen er lol in te krijgen.
Vol verve storten ze zich in deze leerfase met elkaar.
Ze beginnen steeds sneller in te zien wanneer ze afdwalen.
Marieke heeft hier talent voor.
Zij heeft snel in de gaten wanneer het gebeurt.
En ze heeft een manier gevonden om dit in de groep te gooien.
“Vinden jullie het eigenlijk oké als ik af en toe roep dat we afdwalen”?” vraagt Marieke.
Bijna iedereen steekt z’n hand op.
Want dat is de snelste manier om te toetsen hebben ze ontdekt.
Alleen Kira aarzelt.
“Ja, wat als ik nu vind dat ik echt iets belangrijks te zeggen heb?”
vraagt ze zich hardop af.
“Ik weet niet of ik dan de ruimte zou voelen om dat te zeggen.
Zeker als jij meteen roept dat we afdwalen.”
Ik vraag of er meer mensen herkennen wat Kira aangeeft.
Ze blijkt niet de enige te zijn.
Ook Tessa en Hakim vinden het ingewikkeld.
“Gaat er geen essentiële inhoud verloren
als we zo gaan sturen op de voortgang?”
“Je kunt er donder op zeggen dat er af en toe essentiële inhoud blijft liggen.” zeg ik.
Ze kijken me een beetje verward aan.
Alsof ze willen zeggen
“jij bent er toch om ons te helpen met oplossingen?”
Ik licht het nog wat verder toe.
“Bij nieuw gedrag uitproberen hoort ook dat je risico loopt.
Mogelijk gaat er ook iets verloren dat heel waardevol voor jullie is.
Het delen van meningen, ervaringen etcetera zal meer begrensd worden.
Geheid ga je daar soms in overdrijven.
Dat hoort bij het leerproces.”
“Dat is waar. Misschien moeten we het gewoon aangaan.” zegt Tessa nu.
“Kunnen jullie een afspraak maken voor het geval
een van jullie denkt dat er belangrijke inbreng blijft liggen?”
“Misschien helpt het als je hardop zegt dat je iets heel belangrijk vindt?”
stelt Kay voor. “Dan weten we dat jij dat graag wilt bespreken.
En kunnen we samen bepalen of en wanneer daar ruimte voor is.
Is dat een idee?”
Samen komen ze tot een voorlopige oplossing.
Ze spreken af om het de komende weken op deze manier te doen.
Over 2 maanden evalueren ze hoe het gaat.
Stap voor stap werken ze aan een beter overlegklimaat.
Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.
Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.
In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.
Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.
“Ik geloof dat ik niet zo goed snap wat je bedoelt met die assen.
Kun je dat nog een keer uitleggen?”
Een aantal van haar collega’s knikken driftig mee.
De rest kijkt wat glazig voor zich uit.
Maar lijkt ook niet direct te snappen wat ik bedoel.
Misschien ben ik wat te vaag gebleven bedenk ik me.
Dus leg ik, deze keer concreter, uit hoe het model precies bedoeld is.
We zijn aan het werk met een team in de zorg.
Een heel divers, multidisciplinair team,
stuk voor stuk professionals in hun vak.
Ze hebben elkaar nodig om hun vakgebied
te versterken en de zorg voor hun patiënten te optimaliseren.
We hebben dit team uitgenodigd om in het model
een plek te kiezen die past bij de cultuur van dit team,
maar ze blijven vragen stellen.
Voordat ik m’n uitleg half af heb wordt de volgende vraag alweer gesteld.
M’n alarmbellen gaan nu langzamerhand rinkelen.
Blijkbaar is dit een patroon van dit team.
Ze willen eerst van de hoed en de rand weten voordat ze aan de slag gaan.
Dus stellen ze allerlei vragen.
Vragen die we in de meeste teams niet krijgen.
En die we op deze plek niet verwachten.
Dit patroon zien we vooral in wat wij een ‘doe-maar-gewoon-team noemen’
De ene keer omdat het team alles heel precies wil weten,
want precisie hebben ze hoog in het vaandel staan.
De andere keer omdat ze liever niet uit hun comfortzone gaan door in beweging te komen.
Want ze houden liever alles zoals het was.
Verandering of ‘anders dan anders’, daar zijn doe-maar-gewoon-teams niet zo van.
Doe-maar-gewoon teams zijn taakgericht en houden zich in de regel met interne zaken bezig.
Denk aan een financiële administratie of een ondersteunende ICT dienst.
Als we het team eindelijk verleid hebben te gaan staan,
Bevestigen ze onze eerste indrukken: verassend veel mensen staan in het doe-maar-gewoon kwadrant.
Dit is echter een team in de zorg.
Een team dat met meerdere disciplines werkt met en voor patiënten.
Dus daar verwachten we geen doe-maar-gewoon cultuur met een interne oriëntatie.
Wij zouden eerder het tegenovergestelde verwachten.
We vragen de teamleden eens rond te kijken.
En elkaar te bevragen.
Cylla trapt af.
“Eigenlijk best bijzonder. We denken allemaal dat we erg gericht zijn
op de patiënt en toch staan we met z’n allen aan de interne kant van dit model.
Dus als team zijn we helemaal niet zo extern gericht.
Zijn we misschien wel minder met de patiënt bezig dan we zouden willen of moeten.”
“Dat herken ik wel” gaat Joya verder.
“We zijn veel meer bezig met al die eilandjes in ons team
dan met onze patiënten.
Tenminste daar lijken we ons veel drukker om te maken.
Daar besteden we in ieder geval meer tijd aan.
In ons overleg en ook bij de koffieautomaat.”
“Ja” gaat Joris verder “En het is hier ook toegestaan
om een poli af te zeggen omdat je aan een project moet werken.
Ongeacht wat dit voor de patiënt betekent.”
“Ja, idioot eigenlijk als je dat zo hardop zegt” lacht Joya.
Als ik vervolgens vraag waar ze wel wat meer van zouden
kunnen of willen gebruiken dan schuift het team,
zoals verwacht, naar extern gericht op: een combinatie van de hart & ziel en cowboy-cultuur.
Op inhoud willen ze wel graag de zorgvuldigheid koesteren die past bij hun huidige cultuur.
“We zouden wel wat directer kunnen zijn.
We zijn nu vaak wel erg voorzichtig met elkaar.
We wegen onze woorden heel zorgvuldig.
Daar schieten we wel eens in door.
Dat zou wel ietsje minder kunnen.” zegt Maria.
“Wil je dat eens toetsen bij je collega’s? vragen we.
“Wie is het daarmee eens?” toetst Maria.
Er gaan veel enthousiaste handen omhoog.
Die van Ruud gaat slechts half omhoog.
“Maar het hoeft wat mij betreft ook weer niet te bot
en te direct te worden. Die zorgvuldigheid en vriendelijkheid
vind ik ook waardevol.” zegt hij aarzelend.
We besluiten om dit team met het spel der ongeschreven regels te laten werken,
om scherper te krijgen waar ze als team concreet mee aan de slag kunnen en samen voor willen gaan.
Je kunt misschien wel raden welke
ongeschreven regel ze allemaal graag wilden veranderen.
We begeleiden een team in de crisisopvang.
Ze werken met een pittige doelgroep.
Agressie en escalaties liggen voortdurend op de loer.
In subgroepen hebben ze, met poppetjes een opstelling gemaakt van het team, waarin ze de verschillende rollen binnen het team een plek hebben gegeven.
Eén van de gedragsdeskundigen licht toe waar haar rol zich bevindt.
Ze zet een groot poppetje neer.
Het staat hoger dan de rest.
“Hier word ik regelmatig neergezet.
Ik voel dan een enorm appel vanuit jullie om met de juiste oplossing te komen.
En als het spannend wordt of niet gaat zoals jullie willen, dan gebeurt er dit.”
Ze pakt een ander poppetje en gooit de gedragsdeskundige in de opstelling van haar voetstuk af.
Het leidt vrijwel direct tot her- en erkenning.
“Ja, dat doen we inderdaad.” reageert Linda.
De rest zit er een beetje beduusd bij.
De dag is nog maar net begonnen en de eerste ongeschreven regel is al helder:
Als het slecht gaat wijzen we naar de gedragsdeskundigen.
Later op de dag gaat het team met ons Spel der ongeschreven regels aan de slag en komen onder andere deze ongeschreven regels naar voren:
Degene die het hardst schreeuwt krijgt hier de meeste aandacht.
Je hoeft een afspraak niet na te komen als je er niet achter staat.
Als het crisis is, mogen we onze emoties (in een overleg met elkaar) de vrije loop laten. Daar zegt niemand wat van.
Op één van de flaps met ongeschreven regels, schreef een groepje teamleden:
Geldt ook voor onze cliënten.
“Wie herkent dat? Dat er patronen in jullie team spelen die ook in jullie cliëntengroep spelen?” checken we.
Alle teamleden steken hun hand op.
Ze hadden er nog niet eerder bij stilgestaan,
maar nu het benoemd is, is het voor iedereen zo helder als wat.
Het team neemt het gedrag van de cliënten over en vice versa.
Dit fenomeen wordt een parallel proces genoemd.
Parallelprocessen zijn patronen in de interactie,
die zich herhalen tussen twee of meer verschillende groepen van mensen.
Het is vooral bekend uit de klinisch therapeutische setting,
maar in elk team spelen parallelprocessen een rol.
Zo kunnen teams bijvoorbeeld meestal niet harder groeien
dan het managementteam waar hun leidinggevende deel van uitmaakt.
Als daar discussies niet op het scherpst van de snede gevoerd kunnen worden,
gebeurt dat in de laag daaronder doorgaans ook niet.
Gaat het management team groeien,
Dan komt de laag daaronder ook makkelijker in beweging.
Terug naar het crisisteam.
Wat heeft dit team te doen,
nu ze zich bewust zijn van het parallelle proces dat plaatsvindt?
De eerste stap is al genomen.
Ze realiseren zich dat ze gedrag van hun cliënten overnemen
en mogelijk ook vice versa.
De volgende stap is normaliseren.
Het helpt als het team zich realiseert dat dit een normaal
en veelvoorkomend fenomeen is.
Ze zijn geen raar en afwijkend team.
It comes with the job.
Door te normaliseren neem je mogelijke schaamte weg.
Daardoor is het voor het team makkelijker om zonder al te veel oordeel
naar hun eigen gedrag te kijken.
En dat kijken naar eigen gedrag is noodzakelijk
om parallelle processen ook in de toekomst te herkennen
en steeds weer met elkaar bespreekbaar te maken.
Het herkennen, normaliseren en bespreken is al een grote stap.
Omdat het er toe leidt dat teams zich gaan realiseren
waar het patroon thuishoort: bij de cliëntengroep.
(hoewel het in werkelijkheid gecompliceerder ligt, maar daarover misschien later nog een blog)
Dit crisisteam besloot eerst aan de slag te gaan met deze ongeschreven regel:
Als het crisis is, mogen we onze emoties (in een overleg met elkaar) de vrije loop laten. Daar zegt niemand wat van. Ook niet als het onbehoorlijk wordt.
Ze gaan inhoud en emoties bewuster scheiden.
Letterlijk, door na incidenten eerst ruimte te maken voor emoties
en daarna pas de inhoud te bespreken.
Zo houden ze het bespreken van de inhoud professioneel en begrenst
en hoeft niemand zich geschoffeerd of onveilig te voelen.
Op individueel niveau nemen mensen zich voor
om meer eigenaarschap op hun emoties te nemen.
Dat gaat ieder op zijn eigen manier proberen.
Door eerlijker naar zichzelf te zijn, door zichzelf de ruimte te gunnen na een incident,
door hun emoties eerder hardop te benoemen, door collega’s te helpen en door hulp te vragen.
In het groot en in het klein zien we parallelle processen in alle organisaties terug.
Probeer ze te herkennen, te erkennen en erover in gesprek te gaan.
Ga samen na waar de patronen thuis horen
En laat ze daar waar ze thuis horen.
“Wij zijn een heel leuk team.
Altijd al geweest.
Nu krijgen we het gevoel dat jij dat anders ziet.
Dat we van alles moeten veranderen.
De onveiligheid komt niet bij ons vandaan maar bij de organisatie.”
Vandaag had ik een gesprek met Marjan, een leidinggevende en een aantal teamleden.
De leidinggevende wil teamcoaching inzetten.
Het team ziet de noodzaak niet zo.
In dit intakegesprek werd dat al vrij snel helder.
“Misschien kunnen we Annemiek eerst iets laten uitleggen over haar werkwijze? Annemiek, kun jij een toelichting geven?
Dan weten wij ook beter waar we ja tegen zeggen.”
De rest kijkt me nu verwachtingsvol aan.
Mijn verstand zegt dat de vraag best logisch is.
Ze willen weten wat ze kopen, toch?
Daarvoor zit ik hier.
Toch gaan er allerlei alarmbellen af.
Ik voel de onrust in mijn lijf toenemen.
Tegelijkertijd neemt het appèl toe om antwoord te geven.
Bijna laat ik me verleiden om dat ook te doen.
Ik besluit mezelf wat ruimte te gunnen,
om zo de chaos in mijn hoofd te ordenen.
Ik blijf nog even stil, haal diep adem en kijk dan rond in dit groepje.
Ik zie dat Marjan rood in haar nek wordt.
Dan heb ik het weer helder.
Ik ben nog niet aan zet.
“Ik wil met alle liefde uitleg geven over onze visie
op teamontwikkeling en hoe wij werken.
Jullie hebben in mijn visie alleen eerst iets anders te doen met elkaar.”
Marjan zit gelijk rechtop in haar stoel.
“Wat bedoel je precies?” vraagt ze.
“Jullie hebben eerst samen overeenstemming te bereiken
over het doel en de noodzaak van teamcoaching.
Daar kan ik niet zoveel in betekenen.
Als jullie dat helder hebben met elkaar,
dan kan ik uitleggen wat ik voor jullie kan betekenen.”
“Misschien kunnen we dat ook onderdeel van de teamcoaching maken?” oppert Marjan.
Er gaan weer een paar alarmbellen af.
Niet alleen bij mij zo te zien.
Ik zie nog twee mensen onrustig worden.
“Ik neem aan dat dit niet de eerste keer is dat jullie het hierover hebben…?” vraag ik.
“Nee, dat klopt” geeft Linda, één van de teamleden, aan.
“Maar we komen er tot nu toe niet goed uit met elkaar.
We krijgen niet echt een helder antwoord op onze vragen.”
“Mag ik jullie uitnodigen de vraag nog eens te stellen?”
“Euh, ja dat is goed..”
“Marjan, waarom vind jij teamcoaching nodig?”
“Nou, ik vind dat het altijd goed is
om aandacht te besteden aan onze ontwikkeling.
Bovendien krijg ik nog steeds mensen aan mijn bureau
die aangeven dat er geroddeld wordt
en dat ze zich niet bij iedereen vrij voelen
om zich uit te spreken.
Het lijkt me goed om daar met elkaar het gesprek over te voeren.
Ik denk dat we er altijd iets van kunnen opsteken.”
Ik begin te snappen waarom dit team nut en urgentie nog niet ziet.
“Welk cijfer zou je de prestaties van dit team geven?” vraag ik haar.
“Naar onze cliënten toe bedoel je?”
“Ja, onder andere” zeg ik.
“Nou we hebben de laatste maanden wel meerdere klachten gehad.
Met name over het verschil in aanpak en de onrust die dat oplevert.”
“Dat valt best mee.” zegt Teun nu.
Ik zie de leidinggevende nu nog roder kleuren.
Ze is pissig, gok ik.
“Wat zien jullie in dit gesprek gebeuren?” vraag ik.
“Nou, hetzelfde als altijd.” zegt Linda.
“We komen er niet uit.”
“Voor mijn gevoel blijven we een beetje
om de hete brij heen draaien met elkaar” zegt Alice nu.
Tot nu toe had ze nog weinig gezegd.
“Wie herkent dat?” vraag ik.
Ze knikken allemaal.
“Mag ik jullie leidinggevende dan uitnodigen
om ongecensureerd te verwoorden hoe ze tegen het team aankijkt?”
“Ja, graag zelfs!” is de reactie van de teamleden.
“Ongecensureerd?” vraagt Marjan, de leidinggevende, onzeker.
“Nou, oké daar gaat ie dan.
Ik maak me zorgen.
Ik kreeg deze week de derde klacht binnen van de afgelopen maand
En het lijkt wel of ik de enige ben die zich daarover druk maakt.
Ik vind het eerlijk gezegd stuitend dat jullie hier verkondigen dat het zo’n leuk team is.
Dat mag dan zo zijn maar jullie samenwerking leidt er niet toe dat iedereen mag meedoen en dat dit de plek is die we voor onze cliënten zo graag willen zijn.
Weet je wat een client laatst tegen mij zei?
Dat het op jullie kantoor gezelliger is dan in de huiskamer.”
“En dat vind je…..?” moedig ik aan.
“Dat vind ik onacceptabel en ook onprofessioneel.”
Ze is zichtbaar emotioneel.
Ze blaast een lange adem uit.
Een daverende stilte daalt neer.
Alice is de eerste die reageert.
“Ik denk dat je gelijk hebt Marjan.
Ik vind het fijn dat je dit zo duidelijk op tafel legt.
Ik heb ook zorgen om onze cliënten.”
“Nou, wij allemaal hoor!” mokt Teun.
“Dat geloof ik ook. Tuurlijk.
Maar als we kijken naar hoe we als team naar buiten treden richting cliënten,
dan valt er nog wel het een en ander te verbeteren.” zegt Alice.
“Jullie hebben steeds discussie gehad over doel en urgentie van de teamcoaching.
Staat de nut en noodzaak van de teamontwikkeling überhaupt ter discussie?” vraag ik Marjan.
“Nee, die staat niet ter discussie.” reageert ze.
Ze is rustiger nu.
Steviger in haar toon.
“Dat is duidelijk.” zegt Linda.
“Ik snap nu ook beter wat je bedoelt.”
“Ik niet.” zegt Teun. Hij is zichtbaar geïrriteerd.
“In ieder geval is het nu helder geworden dat de noodzaak voor de teamontwikkeling voor Marjan niet ter discussie staat.” vat ik samen.
Linda grapt. “Leuk team zijn we hè?!”
“Ga je nu vertellen wat je voor ons kan betekenen?”
Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.
Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.
In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.
Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.