Onze blogs ontvangen? Next level tips voor slimme teaminterventies
Als je je inschrijft krijg je twee cadeautjes: ons ebook over teams met gedoe en een handout met luie teaminterventies.
Klik hier voor onze Privacyverklaring
“Ze wilden zo graag dat ik voorzichtig met ze zou zijn.
Maar ik voelde aan alles dat ik echt duidelijk moest zijn.
Ook toen het ongemakkelijk werd.”
Ik heb een leidinggevende aan de telefoon.
Ze heeft bij ons een training gevolgd waarbij we
aandacht besteedden aan contracteren met je teams.
En ook aan de stille contracten.
In bijna alle teams zijn er stille contracten
tussen de leidinggevende en het team.
Contracten die niet expliciet zijn gemaakt,
maar wel een uitgesproken rol spelen in de dagelijkse interactie.
Je gedraagt je namelijk vaak onbewust naar dit stille contract.
Vaak zijn dat contracten als:
“Als het lastig voor ons wordt dan los jij het voor ons op.”
“Als wij het moeilijk hebben ga jij voor ons zorgen.”
“Als wij iets gedaan wat niet oké is dan pak jij ons niet te hard aan.”
“Als het voor ons confronterend wordt word jij voorzichtiger.”
Dit keer wilde de leidinggevende het stille contract
dat zij met haar team had doorbreken.
Zij had het team een vervelende boodschap te brengen,
namelijk dat ze haar in de kou hebben laten staan.
Ze waren met de directie gaan praten over haar functioneren,
zonder dit eerst met haar te bespreken.
“Nou, het was helemaal niet makkelijk om dit gesprek te voeren.
Ik had zo de neiging om wat ik zei te verzachten voor het team
en begrip te tonen. Om het minder pijnlijk voor ze te maken.
Dat was op de korte termijn misschien wel prettig.
Tegelijkertijd wist ik heel goed dat ik het patroon en het probleem
daarmee alleen maar groter zou maken.
Dus op de langere termijn had ik daar niks aan.
Maar het was wel een staaltje op m’n handen zitten hoor.”
“Hoe reageerde het team hierop?” vroeg ik.
“Eigenlijk zoals ik had verwacht.
Ze hadden het natuurlijk niet zo bedoeld.
Ik wist toch wel dat dit in de onrustige periode was gebeurd.
Dat het nu allemaal allang anders is.
Dat ze me juist erg waarderen als leidinggevende.
Ik weet dat dit zo is.
En toch vond ik dat ze er niet mee weg konden komen.
Ze hadden gewoon iets gedaan wat ik niet oké vind.
Daar moeten zij wel zelf de consequenties van dragen.
Dus die ga ik niet verzachten.
Want anders blijven ze dit soort gedrag vertonen.
En dat vind ik niet oké.
Hier ligt voor mij echt een grens.”
“Denk je dat dit duidelijk is geworden voor het team?” vraag ik.
“Pijnlijk duidelijk. Het was doodstil.
Terwijl ze normaal dwars door elkaar heen kletsen.
Aan het einde van het overleg ben ik weggegaan.
Normaal loopt iedereen meteen weg,
Maar nu bleef iedereen zitten.
Ik ben heel benieuwd wat hun volgende actie richting mij gaat zijn”
“Maak je je daar zorgen om?”
“Nee, heel eerlijk gezegd niet.
Als ze helemaal niet reageren wil ik geloof ik
niet langer leidinggeven aan dit team.
En als ze wel reageren dan gaan we, wat mij betreft, in gesprek
over onze verwachtingen over en weer.
Voor mij staan allebei de uitkomsten open en
kan ik met allebei leven.
Daar had ik van tevoren al over nagedacht.
Anders had ik dit niet moeten doen.”
“Het klinkt alsof je van tevoren heel hard hebt gewerkt
om tijdens de bijeenkomst heel lui te kunnen zijn.” zeg ik.
“Ja, precies” zegt ze “dat voelt zo goed.
Daarom belde ik je ook.”
Spreekt dit je aan? Lees ook onze vorige blog.
Ben jij leidinggevende? Wil je leren omgaan met spanning en hardnekkige patronen in teams? Je eigen spanning leren reguleren terwijl je tegelijkertijd interventies doet waardoor teamleden met elkaar de noodzakelijke gesprekken aangaan in plaats van met jou? Volg dan de opleiding ‘leidinggeven aan teams’ via onze academie.
Als teamcoach weet ik dat omgaan met spanning in teams een delicate balans vraagt.
Weer een lachsalvo uit de ruimte naast ons.
Potverdorie, denk ik, daar is het wél leuk.
Ik begeleid een team dat al twee jaar in de ellende zit met elkaar.
De oude en de jonge garde liggen volledig met elkaar overhoop.
Net als het management en de oude garde.
We zijn nu een ochtend bezig.
Er wordt behoorlijk wat naar elkaar uitgesproken
en tegelijkertijd ook zoveel nog niet.
De spanning is hoog en er hangt een enorme zwaarte in de ruimte.
De leidinggevende is veel te hard aan het trekken
en een deel van het team onttrekt zich volledig aan het proces.
Ik neem het hen niet kwalijk.
Ik zou zelf ook heel graag weglopen.
Uit de ruimte naast ons klinkt opnieuw hard gelach.
Twijfel slaat toe. Moet ik iets doen?
Ik kijk rond.
Ik zie dat mensen lijden bij elk lachsalvo uit de ruimte naast ons.
Een paar mensen kijkt mij verwijtend aan,
alsof ze zeggen “het ligt aan jou dat wij het hier vreselijk hebben.
De mensen hiernaast krijgen vast wél fatsoenlijke begeleiding!”
Ik word me bewust van mijn eigen demonen
en richt me op mijn ademhaling.
Ik probeer er volledig mee te zijn, met alle onrust, demonen en de spanning.
Daardoor kan ik steeds meer ontspannen te midden van alle spanning
En voelen dat het van hen is.
Niet van mij.
Het bewust ademhalen brengt ook mildheid,
naar mezelf en naar hen,
waardoor ik kan doen wat nodig is.
Dan zegt één van de teamleden wat al die tijd al in de ruimte hing:
“Ik zit liever hiernaast. Daar is het veel leuker.”
Ik moet lachen.
Niemand lacht mee,
maar dat maakt me niet uit.
Als ik mijn gevoel voor humor en relativering maar weer terug heb.
Het omgaan met spanning in teams vraagt om humor en lichtheid, zelfs in zware momenten.
“Elke keer dat ze hiernaast lachen,
confronteert dat met de zware soep waar jullie nu met elkaar inzitten” zeg ik.
“Ja precies”, zegt Said,
“we komen hier niet uit met elkaar. Er speelt zoveel en er is zoveel gebeurd.”
“Wie herkent dat gevoel van er niet uitkomen met elkaar?” vraag ik.
Ik kijk bewust naar de mensen die nog bijna niks ingebracht hebben.
Drie van hen steken hun hand omhoog.
Daarna volgen meer handen.
“We zitten al twee jaar in deze soep en komen er niet uit.” zegt één van de stille teamleden.
Ik adem intussen bewust door, laat de spanning in en uit mijn lijf vloeien.
“Welke vragen of reacties roept dat op?” vraag ik.
Ik kijk rond en mijn blik blijft hangen bij Karin.
Haar gezicht verraadt dat ze er van alles van vindt.
Haar aankijken blijkt genoeg te zijn.
“Nou, eerlijk gezegd kijk ik er veel optimistischer naar” zegt ze.
“Zoals we nu dingen met elkaar bespreken hebben we nooit eerder gedaan.
Alles wat er gezegd is, voelden we al, maar nu ligt het op tafel en we praten er tenminste over.
En dat gaat best goed, vind ik eigenlijk.”
Ik kijk rond. Meerdere mensen knikken bevestigend.
Er lijkt zich iets van opluchting op hun gezichten af te tekenen.
“Dat het loodzwaar aanvoelt als na twee jaar gedoe eindelijk een gesprek ontstaat,
is eigenlijk heel logisch.” vul ik aan.
“Het zou gek zijn als gelijk alles opgelost was, toch?”
Er ontstaat wat lucht in de ruimte.
Meerdere mensen knikken.
Ik zie een aantal teamleden letterlijk vrijer ademhalen.
“Kunnen jullie accepteren dat jullie nu even in deze soep zitten met elkaar?”
Het blijft stil.
“En kunnen jullie er op vertrouwen dat je daar
ook weer uitkomt met elkaar?
En dat jullie nu de eerste stappen aan het zetten zijn
richting een betere samenwerking?”
Ik voel dat ik zelf het volste vertrouwen heb.
Nu wel weer.
Dat lijkt iets met het team te doen.
“Daar vertrouw ik wel op” zegt Martijn nu.
“Wil je eens toetsen hoe de rest daar nu in zit?” vraag ik.
“Hoe zit de rest daarin? Hebben jullie ook vertrouwen?” checkt Martijn.
Zijn vertrouwen werkt ook aanstekelijk.
Er ontstaat een nieuwe energie in het team.
Lees ook: Waarom gelijke behandeling op het werk geen goed idee is.
Ben jij leidinggevende? Wil je leren omgaan met spanning en hardnekkige patronen in teams? Je eigen spanning leren reguleren terwijl je tegelijkertijd interventies doet waardoor teamleden met elkaar de noodzakelijke gesprekken aangaan in plaats van met jou? Volg dan de opleiding ‘leidinggeven aan teams’ via onze academie.
“Ik ben lekker begonnen dit jaar” vertelt Tim, de manager.
Hij is net begonnen in een nieuwe regio en kreeg drie teams onder zijn hoede.
“Ik wil een middag organiseren om aandacht te besteden
aan het thema ‘mét in plaats van over elkaar praten’.”
Hij vertelt dat hij de teams wil mixen voor dit thema.
“Goed voor de binding tussen de teams
en zo krijgen ze allemaal dezelfde basis mee.
“Helaas is er geen budget voor meer bijeenkomsten.
We staan er financieel niet rooskleurig voor.”
“Hoe speelt dit thema van over elkaar praten in de drie teams?” vraag ik hem.
“Nou, in één team is er gedoe en daar speelt dit thema vooral.
De andere teams draaien eigenlijk prima.”
“Wat kun je voorspellen als je de teams mixt
terwijl het thema slechts in één team echt urgent is?” vraag ik hem.
Het blijft een tijdje stil.
Dan zegt hij resoluut “Ja, eigenlijk kan ik wel voorspellen
dat in de groepen dan vooral gesproken wordt over dat ene team
en over de mensen die er dan nét op dat moment niet bij zijn.”
“Precies” zeg ik,
“daarmee versterk je juist het bestaande patroon in dat ene team.”
“Dus jij raadt aan de teams bij elkaar te zetten?” Hij kijkt aarzelend.
“Oei, dan ben ik bang dat niemand iets durft te zeggen.
Er zijn namelijk twee teamleden die altijd het hoogste woord voeren.
Zij zwengelen vaak ook de roddels aan.”
“Laat maar gebeuren” zeg ik.
“Dan kunnen we gelijk zien wat er steeds gebeurt in dit team
en daar kunnen we mee gaan werken.
Daar huur je mij toch juist voor in,
om te helpen het ongemakkelijke gesprek met elkaar aan te gaan?”
“Dat is waar” zegt de manager.
“Ik zou je alleen niet aanraden te stoppen na één bijeenkomst.
Eén bijeenkomst zal waarschijnlijk niet voldoende verschil maken,
tenzij jij daarna flink veel tijd investeert in een vervolg dat je zelf begeleidt.
Waarom investeer je niet in één team in plaats van in drie teams?”
“Nou, omdat anders het vergrootglas op dit team komt te liggen” zegt de manager
“Dat gaat allerlei gedoe en vragen geven.”
“Was dat ook je belangrijkste argument om de drie teams te mixen?” vraag ik
“Ja, eigenlijk wel…”
“Mag ik je feedback geven over wat jouw verhaal
en de afwegingen die je maakt bij me oproepen?” check ik.
“Graag juist!” zegt hij.
“Het klinkt alsof jij elke confrontatie tussen jou en de teams uit de weg gaat.
Eerst mix je de teams, waardoor het probleem van het ene team mogelijk onzichtbaar blijft.
Dan wil je ze alle drie door eenzelfde soort wasstraat halen.
Mag je ook gewoon hardop zeggen dat de teams niet gelijk zijn?
Dat je dat ene team laat weten dat ze een samenwerkingsprobleem op te lossen heeft,
waardoor je je beperkte budget in hen investeert en niet in die andere teams?
Dat je verwacht dat ze aan de bak gaan om dat probleem op te lossen.
Dat dat niet vrijblijvend is.”
“Maar dan gaan ze vragen of zij het slecht doen in vergelijking met de andere teams…” sputtert de manager.
“Ja, en…? Doen ze het slechter?”
“Ja, in de samenwerking wel.”
“En merken de cliënten daar iets van?”
“Dat zou zomaar kunnen.”
“Dus wat is je antwoord?”
“Dat zij het inderdaad slechter doen dan de andere teams” zegt hij nu resoluter.
“Ja, dat heb ik te doen. Maar ik vind het doodeng.
Ik hou helemaal niet van confrontaties.”
“Dat kan ik me voorstellen” zeg ik.
“Ik denk dat er niemand te vinden is, die confrontaties leuk vindt.”
“Maar het is onderdeel van mijn verantwoordelijkheid…” vult Tim aan.
“Ja, ik ben bang dat je daarvoor tekende toen je manager werd.”
“Het klinkt alsof dat gesprek eerst moet plaatsvinden,
voor welke andere interventie ook” zeg ik.
Ik voel aan alles dat ik deze opdracht niet moet aannemen.
Niet nu althans.
“Poeh, nou dat is wel flink uit mijn comfortzone” zegt Tim.
“Maar ik ga het doen! En ik laat je weten hoe het gegaan is.”
Een week later belt hij.
“Ik heb het hele team bij elkaar geroepen.
Ik ben heel duidelijk geweest” vertelt hij trots
“en het liep anders dan ik voorspeld had.
Niks weerstand.
Het team leek vooral opgelucht over de duidelijkheid.
Er kwam gelijk een ander gesprek op gang over de roddel in dit team.
Over hoe iedereen daar last van had.
Tot mijn verassing heeft dat de lucht enorm geklaard en loopt het nu zoveel beter!” zegt Tim blij.
Hij besluit dus nu geen teamcoaching in te zetten.
Hij weet wat hem te doen staat.
“Ik laat die gelijke behandeling los!
Laat die teams maar weten waar ze beter of slechter in zijn dan de andere teams.”
Lees ook: Teams knappen altijd zo lekker op van duidelijkheid.
In ons programma Leidinggeven aan teams, leer je eigenaarschap in teams te vergroten.
De telefoon gaat.
Ik neem op.
Achter me weet ik acht teamleden die in spanning afwachten.
“Het is niet goed” zegt hij.
“Ze heeft de operatie niet overleefd.
Ik bel je morgen terug over de uitvaart.”
“Oké, sterkte” zeg ik.
We hangen op.
Dan haal ik even diep adem.
Ik heb slecht nieuws te brengen aan het team.
Dan draai ik me om en breng de boodschap.
De stilte is oorverdovend.
Verslagenheid, een traan over een wang.
We nemen de tijd met elkaar.
Mijn collega leidinggevende Karin loopt langs en blikt naar binnen.
Ze snapt onmiddellijk wat er aan de hand is.
“Ik regel het wel, geef jullie lijsten maar.”
Ik sta op en pak de lijsten.
Langzaam zakt de eerste verbijstering in het team.
De eerste gesprekken komen op gang.
De tranen rollen.
Ze werkte al zo lang in dit team.
Hoe dan?
“Hoe moeten we nu gaan werken” vraagt Dick.
“Dat hoeven jullie niet” zeg ik.
“Maar de cliënten dan?”
“Dat heeft Karin geregeld” zeg ik.
Ik vertrouw volledig op mijn collega.
Met het team zijn we nog zo’n twee uur bij elkaar.
Er wordt gepraat, gehuild en soms even gelachen.
Dan stapt iedereen op en vertrekt naar huis.
Morgen zien we elkaar weer.
En ik?
Ik loop naar Karin.
Ik plof op een stoel.
En zucht eens diep.
Ook bij mij zitten de tranen hoog.
“Dank je wel” zeg ik.
“Wat fijn dat je zonder dat ik iets
hoefde te vragen aan de slag ging.”
“Daar zijn collega’s toch voor?!” zegt ze.
Dan stromen bij mij de tranen over mijn wangen.
Karin legt haar hand op mijn rug.
Ze heeft zo gelijk.
En toch voel je je als leidinggevende zo vaak alleen.
Je hoort niet echt bij de teams waar je leiding aan geeft.
En het managementteam waar je deel van uitmaakt is niet
altijd de warme basis die je zou wensen.
Dan is het zo fijn als er een of meerdere collega’s zijn
waarbij je vanzelfsprekend verbinding voelt.
Waar je altijd terecht kunt en steun ervaart.
Met je vragen, je onzekerheden, je twijfels en je emoties.
Ik gun iedere leidinggevende een Karin.
In ons programma Leidinggeven aan teams, leer je eigenaarschap in teams te vergroten.
Wat gebeurt er als een leidinggevende buitengesloten wordt door haar team? Imre, een leidinggevende, ervaart dit wanneer haar team zich onverwacht in panterprint hult tijdens een teamdag. Dit ongemak biedt een kans om open te praten over verwachtingen en samenwerking. Het resulteert in duidelijke afspraken en een sterker team.
“Ik ben zo benieuwd hoe het gaat zijn vandaag.
Ik heb werkelijk geen idee.”
We staan te praten met Imre.
Ze is leidinggevende van dit wijkteam.
Sinds haar komst doet Imre pogingen om
contact met de teamleden te krijgen.
Dat lukt maar mondjesmaat.
Ze redden het allemaal wel zelf.
Dat klopt deels ook.
Alleen is Imre niet tevreden over de kwaliteit
en de manier waarop het team nieuwe teamleden,
inclusief zij zelf, welkom heet.
Vandaar ook deze teamdag.
Dan komen de teamleden binnen.
Marleen, Imre en ik kijken elkaar aan.
Mijn mond valt nog net niet open van verbazing.
Alle teamleden hebben een panterprint aan.
Een broek, trui, strikje en sommige teamleden zijn zelfs geschminkt.
Een van de teamleden heeft een knuffellama onder haar arm.
“Ja, als we niet naar de lama’s mogen,
dan nemen we de lama’s wel mee hier naartoe” zegt Janine lachend.
Marleen en ik herpakken ons, overleggen kort met Imre
en besluiten om te starten.
Na een korte incheckronde kan Imre het toch niet laten:
“Hoe denken jullie eigenlijk dat dit voor mij is?”
“Hoezo?” vraagt Janine.
“Nou” gaat Imre verder
“Blijkbaar hebben jullie met elkaar iets afgesproken.
Ik ben daar niet van op de hoogte gebracht.
Daarmee voel ik mij een beetje buiten het team geplaatst.
Nu kan ik wel tegen een stootje,
Maar echt leuk vind ik het niet.”
Janine laat zich niet zo makkelijk uit het veld slaan.
Maar om haar heen beginnen mensen op hun stoel te schuiven.
Een van de teamleden haalt snel de twee speldjes uit haar haar.
Niet meedoen was blijkbaar voor haar geen optie,
maar ze had het klein gehouden.
Dus dit was voor haar het signaal om te stoppen.
“Het was toch gewoon een grapje!” geeft Janine aan.
“Ik vind dit helemaal geen leuk grapje.
Jullie lijken me buiten te sluiten. Dat vind ik best kwalijk.” zegt Imre.
“Heel eerlijk heb ik me niet gerealiseerd dat dit
voor jou zo zou voelen. Dat is niet mijn bedoeling”
geeft Coby voorzichtig aan.
Om haar heen wordt geknikt.
“We zijn juist allemaal blij dat jij er bent.” zegt Joyce.
“Denk je dat of weet je dat?” vraagt Marleen
“Hoe bedoel je?” vraagt Joyce.
“Je doet de aanname dat iedereen blij is met de komst van Imre.
Je zou bij je collega’s kunnen toetsen of dat echt zo is.” vraagt Marleen.
Wat schoorvoetend ontstaat een gesprek over de komst van Imre.
Niet iedereen van het team zat op een leidinggevende te wachten.
Ze hadden het toch al maanden zonder leidinggevende gered.
Met allerlei vrijheden,
die ze mogelijk kwijt zouden raken.
“Zijn er ook nog mensen die er heel anders naar kijken?” vragen we.|
Een paar teamleden geven aan juist blij te zijn dat er nu meer duidelijkheid is.
Want dat sommige teamleden meer verworvenheden
hadden dan anderen vinden zij niet zo eerlijk.
“Misschien kunnen jullie met elkaar bespreken wat jullie
van de leidinggevende verwachten.
En dan kan Imre vervolgens aangeven of dit voor haar realistisch is” opper ik.
Er volgt een gesprek tussen de teamleden onderling en met Imre
over wat ze wel en niet van elkaar mogen verwachten.
Het leidt tot een aantal heldere afspraken.
Marleen en ik praten na afloop nog na met Imre.
Wat een cadeautje als een leidinggevende zo scherp durft te zijn in een team.
Zeker in een team gehuld in panterprint.
Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.
Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.
In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.
Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.

Wat gebeurt er als veiligheid als excuus wordt gebruikt om moeilijke gesprekken te vermijden? Tijdens een teamcoaching merken we op dat dit managementteam erg voorzichtig met elkaar omgaat, zeker gezien hun rol. Oordelen worden verpakt in vragen, en er wordt veel om de hete brei heen gedraaid. Wie herkent dit patroon?
“Wat ons opvalt is dat jullie erg voorzichtig met elkaar zijn.
In het bijzonder voor een managementteam.”
Jullie lijken jullie oordelen te verpakken in vragen en in veel woorden.
Wie herkent dat?”
Meerdere teamleden reageren bevestigend.
We zijn een paar uur op weg met een management team dat onze hulp inriep en we delen onze eerste observaties.
“Maar wat als er nou te weinig veiligheid is?” vraagt één van de teamleden ons.
“Wat doe je dan?”
Drie teamleden knikken, als teken van herkenning.
De alertheid in de ruimte stijgt.
Vele ogen kijken ons verwachtingsvol aan,
alsof wij nu hét recept gaan geven om onveiligheid te doen oplossen.
Overigens hebben wij nog niks van gemerkt van de onveiligheid,
Ook in de voorinformatie kregen we er niks over mee.
Wél over gebrekkig eigenaarschap, veel praten en om de hete brei heen draaien.
We kijken elkaar kort aan, met een blik van verstandhouding.
Daar heb je ‘m weer; de veiligheidskaart wordt getrokken.
Een patroon dat we steeds vaker terugzien in teams.
Praten over veiligheid, of een gebrek daaraan, is hot.
Het lijkt een vrijbrief te zijn om verder elk spannend gesprek uit de weg te gaan.
Want daarvoor moet het eerst veilig zijn in het team.
Eén ding weten we zeker: wij hebben geen recept voor het oplossen van onveiligheid.
Toen het onderwerp veiligheid op tafel kwam in dit team,
zagen we dat twee mensen stil bleven en verward leken.
Ik besluit hen ernaar te vragen.
“Ronald en Raya, jullie kijken alsof jullie in de war zijn…”
“Nou” zegt Ronald, “ik herken het gewoon niet.”
Raya neemt direct daarna het woord.
“Ik ben inderdaad in de war.
Ik probeer te snappen waar we het precies over hebben als het gaat om veiligheid.
Wat wordt daarmee bedoeld?
Ik associeer onveiligheid met acuut dreigend gevaar.
Ik heb ook echte onveiligheid ervaren in mijn leven.
Waar hebben we het hier over?”
Ze brengt het uiterst respectvol. Je ziet dat haar woorden impact hebben.
Het team valt letterlijk stil. Wat vrij uniek is.
“Is het onveilig of is het ongemakkelijk om zaken naar elkaar uit te spreken?” vraagt Léonie nu.
“Nou dat is precies mijn vraag.” zegt Raya.
Er ontstaat een waardevol gesprek over veiligheid,
over hoe het soms een welkom excuus is om spannende
gesprekken uit de weg te gaan of zaken uiterst omzichtig te benoemen.
Over hoe het woord veiligheid een bom
onder het team kan leggen,
waardoor het juist onveilig wordt.
Een self fulfilling prophecy.
Hoe het de boel lam kan leggen
als het met teveel gemak op tafel wordt gelegd,
een voorwaarde wordt voor het kunnen bespreken van allerlei onderwerpen.
“Zullen we het gewoon spanning of ongemak noemen?” stelt Marja voor.
“Daar kunnen we makkelijker met elkaar over in gesprek”
“Hoort dealen met spanning en ongemak ook bij jullie professionaliteit?” vraag ik.
“Zeker.” Zegt Ronald. “Maar ik ben wel benieuwd of dit voor iedereen geldt”
“Misschien kun je het even toetsen” nodigt Léonie uit.
“Wie denkt er nog meer zo over?” vraagt Ronald.
“Dat dealen met ongemak ook gewoon bij samenwerken hoort
en dus ook in ons professionele pakket?”
Alle handen gaan nu omhoog.
“En kunnen jullie moeilijke gesprekken met elkaar aangaan,
ondanks die spanning en dat ongemak?
Ofwel: moet je die spanning altijd eerst willen oplossen of mag het er ook gewoon zijn?
Sommige gesprekken zullen tenslotte altijd spannend blijven.”
“Ja, dat is natuurlijk ook gewoon zo.” zegt Heidi.
“Soms maken we het ook zo zwaar.”
Er komt lucht en energie terug in het team.
Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.
Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.
In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.
Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.
