Vitale teams gaan samen uit hun comfortzone

Vitale teams gaan samen uit hun comfortzone

 

Als wij starten met een teamcoaching laten we teams op de eerste dag meestal een top 3 maken van hun ongeschreven regels. Welke ongeschreven regels helpen hen bij hun gezamenlijke opdrachten welke werken juist belemmerend?

Ik ben aan het werk met een team behandelaren. De ongeschreven regel die ze graag willen koesteren is ‘Als extra inspanningen nodig zijn, dan leveren we die zonder aarzelen’.

De meeste teams labelen deze ongeschreven regel als positief. Zo ook dit team. Ik wacht altijd gespannen af of iemand deze ongeschreven regel ook ter discussie stelt. Rebecca, één van de teamleden, zet de eerste stap: “Maar zitten hier nu alleen maar voordelen aan?” “Ja, goeie!” reageert Ton. “Dat vraag ik me ook af.”

“Klinkt dit als een vraag of als een mening?” vraag ik de rest van het team.(Ze gieten hier tot nu toe alle standpunten en voorstellen in een vraag.)“Een mening gok ik” lacht Petra.

Rebecca wordt nu steviger. “Ik denk dat een aantal mensen in dit team zichzelf zo nu en dan stevig voorbij lopen. Als ik zie hoe sommige mensen ’s avonds nog hun mail beantwoorden en aan het werk zijn op hun vrije dag. Ik doe dat zelf ook regelmatig.”

“Terwijl andere mensen weer erg goed zijn in hun grenzen aangeven.” vult Ton aan. “Erg goed of té goed?” mompelt Hafid. Rebecca lacht stilletjes om zijn opmerking. Er worden blikken uitgewisseld.

Samen of alleen werken 

“Ongeschreven regels gaan over teamgedrag en impliciete normen” licht ik toe.“Leveren jullie als team extra inspanningen of ieder individueel?”

Ze kijken me glazig aan.

“Je levert toch altijd inspanningen op persoonlijke titel?” vraagt Ton.“Niet als je regelmatig de koppen bij elkaar steektom samen knelpunten te bespreken,prioriteiten te bepalen,samen te besluiten dat extra inspanningen nodig zijnen dan te bekijken wie dat het beste naar zich toe kan trekken.Hoe gaat dat bij jullie?” vraag ik.

Het zijn altijd dezelfde mensen

“Het zijn hier altijd dezelfde mensen die het naar zich toetrekken” zegt Hafid.

“Welke vragen roept dit op?” vraag ik terwijl ik de teamleden die zich tot nu toe stil hielden aankijk.

“Nou, ik vraag me natuurlijk wel af of ik hier nuop het beklaagdenbankje word gezet” reageert Eline.“Want sinds mijn burnout ben ik wel beter mijn grenzen gaan stellen.”

Het blijft stil.

“Vragen meer mensen zich af of ze zich aangesproken moeten voelen?” check ik.Er gaan drie handen omhoog.“Willen jullie dat ook toetsen bij jullie collega’s?”

“Zeker” antwoordt Eline. De andere drie knikken.

Rebecca reageert als eerste.“Nou, niet lullig bedoeld, maar ik merk dat wij de laatste tijd vaak rechtsreeks benaderd worden met vragen of verzoeken om voor advies bij een overleg aan te sluiten.Ik zie dat jullie veel minder vaak benaderd wordenen daardoor krijgen wij alles op ons bord.En ja, als ik heel eerlijk ben dan komt dat ook omdat jullie wat eerder je grenzen aangeven.”

“Ja, maar is dat zo verkeerd dan? Wat willen we dan dat onze norm is?” reageert Eline nu feller.Rob, één van de stillere teamleden, reageert nu ook:“Ik denk dat ik ook niet zoveel benaderd wordt omdat ik hier nog niet zo lang ben.”

“Maar je vraagt niet of je wat van ons kan overnemen.” Zegt Rebecca. “Nee dat is waar…” zegt Rob.

Het probleem in stand houden

“Hoe houden jullie dit probleem met z’n allen in stand?” vraag ik.

Nu horen we Aryana voor het eerst. “Ik denk dat wij geen idee hadden dat onze collega’s zoveel extra werk op hun bord kregen en dat zij ons daar misschien ook te weinig in hebben meegenomen.”

“We hebben toch regelmatig aangegeven dat we het heel druk hadden!” zegt Hafid.

Een teamprobleem

“Hoe kunnen jullie ervoor zorgen dat extra werk een teamprobleem wordt?” vraag ik. “Door niet gelijk op welke vraag in te springen,maar het eerst in het team terug te brengen.” Zegt Ayana.“We kunnen dan samen kijken welke prioriteiten we stellen,of het haalbaar is en wie het gaat doen.”

“Maar dan moeten niet altijd weer dezelfde mensen reageren” zegt Rebecca.“Nee, daar heb je gelijk in” zegt Eline.

Het team komt tot afspraken over hoe ze hun afstemmingrond extra werk gaan organiseren.Ze nemen zich voor om op dit punt voortaan als team te opereren.

Vitale teamsIn onze visie is er een wezenlijk verschil:teams waarvan de individuele leden extra inspanningen leverenof teams waarin ze als team extra inspanningen leveren,zoals dit team besloot te doen.De laatste zijn de meest vitale teams.

Het maakt niet uit of alle individuele teamleden extra inspanningen leverenof enkele.Het maakt zwakke teams waarin mensen kwetsbaar zijn.

Je hebt elkaar nodig om te bepalen of je met de juiste dingen bezig bent,om elkaar te steunen,te kijken hoe het gesteld is met ieders draaglast, draagkracht en draagvermogen van dat moment.om te prioriteren,om te besluiten grenzen te stellen.

Opslaan of printen

Over Firijn

Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.

Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.

In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.

Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.

Hoe krijg je jouw team uit de ja-maar-stand

Hoe krijg je jouw team uit de ja-maar-stand

 

“Teamleden zijn zo voorzichtig.
Ze gaan altijd eerst in de weerstand
als er een verandering wordt aangekondigd.
Het zou zo fijn als ze het eerst eens zouden proberen.
In plaats van meteen commentaar te leveren.” Zegt Edith.

We voeren een intake gesprek met een teamleider
van een team gedreven professionals.
Er is de laatste tijd veel veranderd,
en de komende tijd zal dat niet anders worden.
Edith ervaart nu elke keer weerstand van het team
als ze een nieuwe verandering door wil voeren.
Dodelijk vermoeiend.
Dat zou ze graag anders zien.

Een voorstel

We stellen voor om te starten met een hele dag met het team.

“Oh, nee hoor dat lukt nooit.” sputtert Edith tegen.
“Ik snap het belang van een dag absoluut.
In een halve dag krijgen we misschien weinig voor elkaar,
maar dat krijgen we echt niet gepland ben ik bang.”

Interessant is dat toch.

Het gedrag dat Edith haar team verwijt laat ze zelf,
weliswaar in een andere vorm, ook zien.
Dat zien we vaker in organisaties.
Patronen die zich op meerdere plekken in de organisatie herhalen.
In dit geval het patroon om voorstellen of ideeën
in eerste instantie af te wijzen.

Het gedrag was er ook al eerder in het gesprek,
realiseerden we ons nu.
Toen ze maar doemscenario’s (“wat als ze….”) bleef opnoemen
in reactie op ons programmavoorstel.
We voelden de energie wegzakken.

Gelukkig hadden we dat op tijd in de gaten.

Patronen herkennen

“Het patroon dat je in jouw team benoemd,
zien we in dit gesprek tussen ons ook terug” geven we aan.

De teamleider kijkt ons verontrust aan.
“Nou, dat maakt me wel heel nieuwsgierig” zegt ze vervolgens oprecht.

“Ik sta bijna op het punt om af te haken voor deze opdracht” antwoordt Léonie.
“We snappen dat je een oplossing wilt voor jouw team.
Maar op het voorstel dat we doen lijk je alleen maar bezwaren te zien.
Je komt met allemaal argumenten waarom het niet zou kunnen.
Je hebt ons nog geen enkele vraag gesteld.
Dat vind ik niet echt motiverend.”

Een beetje ongemak verduren

“Oh, sorry” zegt Edith.

“Enne..” gaan we een stapje verder.
“Is dit niet precies wat jij jouw team verwijt?”

Edith zucht eens diep.
Ze haalt haar schouders op.
Schuift wat heen en weer op haar stoel.

Haar ongemak is duidelijk.

“Tjonge..”

Nieuw gedrag

“Wat zou er gebeuren als jij nieuwe voorstellen zou omarmen?
Zou verkennen welke mogelijkheden er zijn?
Vragen zou stellen?
Voordat je met bezwaren komt.”

“Tja, dat zou mooi voorbeeldgedrag voor mijn team zijn” zucht Edith.
“Ik ga eens kijken wat er wél mogelijk is en of we die dag kunnen realiseren” zegt ze lachend.

Het kwartje lijkt te zijn gevallen.

 

Help! Het team doet wat het altijd doet

Help! Het team doet wat het altijd doet

 

“Ja, maar wat als het team weer gewoon
in hun oude patroon stapt?” vraagt Brigitte.
Ze kijkt er een beetje angstig bij.

We zijn aan de slag met een groep vakgenoten.
Teamcoaches die graag patronen in teams willen doorbreken.
Wij nemen ze mee in de werkvormen die wij daar altijd voor gebruiken.
Deze vraag komt nu al voor de derde keer langs.

Wij moeten daar een beetje om grinniken.
Omdat wij altijd met smart zitten te wachten
op dat moment dat het team haar patronen weer laat zien.

“Dat is prima toch?” zegt Annemieke
“Dan zie je het team tenminste in haar natuurlijke habitat.”

Je rol als teamcoach

Onder de vragen die we krijgen lijkt een opvatting te zitten
over je rol als teamcoach of leidinggevende:
‘Ik moet ervoor zorgen dat het team niet in ineffectief gedrag vervalt”

Dat is niet je rol!

Het team groeit namelijk niet als je dat doet.

Als het team laat zien wat ze altijd doen,
is dat een enorm cadeau
Dan zien we namelijk precies hoe ze zich met elkaar gedragen
en wat het effect daarvan is.

Wij houden ervan.

Maar niet iedereen houdt hier van.
Vaak krijgen we tijdens de teamcoaching
een knikje of hulpeloze blik van een leidinggevende,
zo’n “dit bedoel ik dus…”.
En die wanhoop snappen we heel goed.

Bewustwording is de eerste stap

Wij grijpen dat soort momenten aan
om in het hier & nu het patroon met het team bespreken.
Dat helpt enorm in de bewustwording.

Het zou natuurlijk helemaal fantastisch zijn als
het team vanaf het moment dat jij in beeld komt, 
nooit meer één onwenselijk patroon laat zien.
Niet nu en ook niet als ze straks terug op te werkvloer zijn.

Yeah, right!

Realiteitscheck

Het is veel realistischer dat dit juist wél gebeurt.
Daar kun je het team ook maar beter op voorbereiden.
Dat betekent niet dat ze er nooit meer in vervallen. 
Sterker nog, het is veel waarschijnlijker
dat ze het patroon nog geregeld langs zien komen.

Ze herkennen die patronen alleen nu veel sneller 
En weten wat ze te doen hebben om eruit te komen.

Dus wanneer zij dit al een keer hebben gezien
en met elkaar hebben besproken,
met jou als teamcoach,
dan is de kans vele malen groter
dat ze het patroon de volgende keer
sneller zullen herkennen.

Laat hen doen wat ze altijd doen!

Ons advies is daarom:

Geef ruimte aan het team om te doen wat ze altijd al doen.
Het geeft je goud in handen.
Denk die “help, ze doen wat ze altijd al doen!”
dus om in “Joepie, ze doen wat ze altijd doen.
Dat is mooie informatie.
Daar ga ik eens rustig naar kijken.”

Veel plezier!

Over Firijn

Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.

Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.

In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.

Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.

Boosterdag voor teamcoaches

16 juni 2023

Wij zijn een heel leuk team

Wij zijn een heel leuk team

 

 “Wij zijn een heel leuk team.

Altijd al geweest.
Nu krijgen we het gevoel dat jij dat anders ziet.
Dat we van alles moeten veranderen.
De onveiligheid komt niet bij ons vandaan maar bij de organisatie.”

Vandaag had ik een gesprek met Marjan, een leidinggevende en een aantal teamleden.

De leidinggevende wil teamcoaching inzetten.
Het team ziet de noodzaak niet zo.

In dit intakegesprek werd dat al vrij snel helder.

“Misschien kunnen we Annemiek eerst iets laten uitleggen over haar werkwijze? Annemiek, kun jij een toelichting geven?
Dan weten wij ook beter waar we ja tegen zeggen.”
De rest kijkt me nu verwachtingsvol aan.

Alarmbellen

Mijn verstand zegt dat de vraag best logisch is.
Ze willen weten wat ze kopen, toch?
Daarvoor zit ik hier.

Toch gaan er allerlei alarmbellen af.
Ik voel de onrust in mijn lijf toenemen.
Tegelijkertijd neemt het appèl toe om antwoord te geven.
Bijna laat ik me verleiden om dat ook te doen.

Ik besluit mezelf wat ruimte te gunnen,
om zo de chaos in mijn hoofd te ordenen.
Ik blijf nog even stil, haal diep adem en kijk dan rond in dit groepje.
Ik zie dat Marjan rood in haar nek wordt.

Dan heb ik het weer helder.
Ik ben nog niet aan zet.

Nut en noodzaak

“Ik wil met alle liefde uitleg geven over onze visie
op teamontwikkeling en hoe wij werken.
Jullie hebben in mijn visie alleen eerst iets anders te doen met elkaar.”

Marjan zit gelijk rechtop in haar stoel.
“Wat bedoel je precies?” vraagt ze.

“Jullie hebben eerst samen overeenstemming te bereiken
over het doel en de noodzaak van teamcoaching.
Daar kan ik niet zoveel in betekenen.
Als jullie dat helder hebben met elkaar,
dan kan ik uitleggen wat ik voor jullie kan betekenen.”

“Misschien kunnen we dat ook onderdeel van de teamcoaching maken?” oppert Marjan.

Er gaan weer een paar alarmbellen af.
Niet alleen bij mij zo te zien.
Ik zie nog twee mensen onrustig worden.

Niet voor het eerst

“Ik neem aan dat dit niet de eerste keer is dat jullie het hierover hebben…?” vraag ik.

“Nee, dat klopt” geeft Linda, één van de teamleden, aan.
“Maar we komen er tot nu toe niet goed uit met elkaar.
We krijgen niet echt een helder antwoord op onze vragen.”

“Mag ik jullie uitnodigen de vraag nog eens te stellen?”

“Euh, ja dat is goed..”
“Marjan, waarom vind jij teamcoaching nodig?”

“Nou, ik vind dat het altijd goed is
om aandacht te besteden aan onze ontwikkeling.
Bovendien krijg ik nog steeds mensen aan mijn bureau
die aangeven dat er geroddeld wordt
en dat ze zich niet bij iedereen vrij voelen
om zich uit te spreken.
Het lijkt me goed om daar met elkaar het gesprek over te voeren.
Ik denk dat we er altijd iets van kunnen opsteken.”

Ik begin te snappen waarom dit team nut en urgentie nog niet ziet.

“Welk cijfer zou je de prestaties van dit team geven?” vraag ik haar.
“Naar onze cliënten toe bedoel je?”
“Ja, onder andere” zeg ik.
“Nou we hebben de laatste maanden wel meerdere klachten gehad.
Met name over het verschil in aanpak en de onrust die dat oplevert.”

“Dat valt best mee.” zegt Teun nu.

Ik zie de leidinggevende nu nog roder kleuren.
Ze is pissig, gok ik.

“Wat zien jullie in dit gesprek gebeuren?” vraag ik.

“Nou, hetzelfde als altijd.” zegt Linda.
“We komen er niet uit.”

“Voor mijn gevoel blijven we een beetje
om de hete brij heen draaien met elkaar” zegt Alice nu.
Tot nu toe had ze nog weinig gezegd.

“Wie herkent dat?” vraag ik.
Ze knikken allemaal.

Ongecensureerde versie

“Mag ik jullie leidinggevende dan uitnodigen
om ongecensureerd te verwoorden hoe ze tegen het team aankijkt?”

“Ja, graag zelfs!” is de reactie van de teamleden.

“Ongecensureerd?” vraagt Marjan, de leidinggevende, onzeker.
“Nou, oké daar gaat ie dan.
Ik maak me zorgen.
Ik kreeg deze week de derde klacht binnen van de afgelopen maand
En het lijkt wel of ik de enige ben die zich daarover druk maakt.
Ik vind het eerlijk gezegd stuitend dat jullie hier verkondigen dat het zo’n leuk team is.
Dat mag dan zo zijn maar jullie samenwerking leidt er niet toe dat iedereen mag meedoen en dat dit de plek is die we voor onze cliënten zo graag willen zijn.
Weet je wat een client laatst tegen mij zei?
Dat het op jullie kantoor gezelliger is dan in de huiskamer.”

“En dat vind je…..?” moedig ik aan.
“Dat vind ik onacceptabel en ook onprofessioneel.”

Ze is zichtbaar emotioneel.
Ze blaast een lange adem uit.

Een daverende stilte daalt neer.

Alice is de eerste die reageert.
“Ik denk dat je gelijk hebt Marjan.
Ik vind het fijn dat je dit zo duidelijk op tafel legt.
Ik heb ook zorgen om onze cliënten.”

“Nou, wij allemaal hoor!” mokt Teun.
“Dat geloof ik ook. Tuurlijk.
Maar als we kijken naar hoe we als team naar buiten treden richting cliënten,
dan valt er nog wel het een en ander te verbeteren.” zegt Alice.

Lekker duidelijk

“Jullie hebben steeds discussie gehad over doel en urgentie van de teamcoaching.
Staat de nut en noodzaak van de teamontwikkeling überhaupt ter discussie?” vraag ik Marjan.
“Nee, die staat niet ter discussie.” reageert ze.
Ze is rustiger nu.
Steviger in haar toon.

“Dat is duidelijk.” zegt Linda.
“Ik snap nu ook beter wat je bedoelt.”

“Ik niet.” zegt Teun. Hij is zichtbaar geïrriteerd.
“In ieder geval is het nu helder geworden dat de noodzaak voor de teamontwikkeling voor Marjan niet ter discussie staat.” vat ik samen.

Linda grapt. “Leuk team zijn we hè?!”
“Ga je nu vertellen wat je voor ons kan betekenen?”

Over Firijn

Firijn ontgrendelt de kracht van groepen.

Er zit zoveel meer in een soepel werkend team. Meer plezier, meer inzet, meer commitment, meer snelheid en vooral: meer resultaat. In omzet, in klanttevredenheid, in prestaties, in efficiency, in kwaliteit. Om dat er uit te halen, moet je soms wél stevig ingrijpen. En dan heb je aan ons een goeie.
We hebben een behoorlijk afwijkende werkwijze van de meeste andere coaches.

In alles wat we doen nemen we de groep als geheel als uitgangspunt – niet het individu. Omdat we geloven dat échte verandering, verandering die blijft, alleen in de onderlinge dynamiek kan plaatsvinden. Het is de interactie die teams kan bouwen en breken.

Ben je geïnteresseerd geraakt? Aarzel in dat geval niet om contact met ons op te nemen. Wij zijn er voor je. En voor je team.

Om hoeveel mensen gaat het eigenlijk?

Om hoeveel mensen gaat het eigenlijk?

“Ze hebben gewoon geen zin om te veranderen.

Ze kunnen alleen maar mopperen en klagen.

Het lijkt wel of het ze helemaal niets interesseert.”

geeft Zuzu aan. De frustratie druipt uit haar stem.

We zijn aan de slag met een deel van een groot team.
De mensen over wie het gaat blijken niet in deze groep te zitten.
Dat is jammer want dan kunnen we weinig met deze frustratie.

Wat wel opmerkelijk is, is dat de mensen die
in deze groep zitten allemaal heel welwillend zijn.
En ook echt bereid zijn om te kijken naar hun eigen aandeel.

Een luie interventie

“Welke vragen roept dit op?” vraag ik.
Er komt geen respons. Enkel vragende blikken.
Maar dan verbreekt James de stilte.

“Om hoeveel mensen gaat het hier eigenlijk?” vraagt hij.
“Want als er hier niemand zit die bij die groep hoort
ben ik benieuwd hoeveel mensen het eigenlijk zijn.”

Zuzu zucht eens diep.
Hardop telt ze:
“Nou Jan en Anneke zeker…”
Timo vult aan: “Daar hoort Dirk ook bij”
“En Inez..” gaat Noura verder.
“We mogen Vaya niet vergeten” zegt Zuzu.

Het juiste perspectief zien

Dan blijft het stil.
“Dus dan gaat het totaal om 5 mensen?” vraagt James.
Er wordt geknikt in de groep.
“Dat zijn dus 5 mensen in ons team van 25?” gaat James door.

“Maar 5 mensen?” zegt Noura verbaasd.

Ik kijk rond en zie langzaam een ahaa effect door de groep trekken.
Eigenlijk kunnen we hier wel zo’n beetje stoppen.
James deed een fantastische interventie.

“Dan zijn er dus veel meer mensen die wél willen” geeft James aan.
“Ja, maar die hoor ik nooit!” foetert Zuzu.
Ze leunt eens achterover en kijkt James boos aan.

De valkuil

Dit team is in een valkuil getrapt,
waar we ook vele leidinggevenden in zien trappen.

Alle aandacht gaat naar die paar teamleden
die (meestal onbedoeld) best wat negatieve aandacht vragen.

Door het vele geluid dat er van de groep klagers of mopperaars
vandaan komt zou je zomaar uit het oog kunnen verliezen
hoe relatief klein die groep meestal is.

Waar richt je je aandacht op?

“Wat zou er gebeuren als jullie je aandacht
bij het geklaag en gemopper weghalen?” vraag ik.

“Ja, maar hoe dan?” vraagt Zuzu.
“Dat kan op heel veel manieren.” Leg ik uit.
“Door niet op het gemopper in te gaan,
door de mopperaars uit te leggen dat jouw energie erop weglekt,
door de stillere collega’s aan te kijken als er om een mening gevraagd wordt
of door die stille collega’s actief uit te nodigen iets te zeggen.
Kortom: door ander geluid meer uit te nodigen.”

Positieve groepsdruk

Zo ontstaat er langzamerhand positieve groepsdruk.
Groepsdruk richting de gewenste verandering.
Als er steeds meer ‘ander’ geluid op tafel komt
en het gemopper minder aandacht krijgt,
wordt het lastiger om te blijven mopperen.

“Misschien moeten we ons meer richten op die stille groep” aarzelt Timo.
Ik kijk hem bemoedigend aan.

Timo pikt het gelukkig op.
“Zo vind ik het bijvoorbeeld heel fijn dat jij nu iets zegt James.
Ik heb je eerlijk gezegd heel hoog zitten.
Je hebt veel kennis en ervaring.
En als je iets zegt of vraagt vind ik het altijd heel zinvol, zoals nu.”
Ik zou dat veel vaker willen zien.
Dat zou ook een mooi tegengeluid geven aan
dat gemopper en geklaag van de anderen” gaat Timo verder.

Een eerste beweging

Hij kijkt James verwachtingsvol aan.

James denkt even na en zegt:
“Dat snap ik wel. Ik houd er niet zo van
Om op de voorgrond te treden.
Dus houd ik meestal mijn mond.
Maar ik hoor ook wat je zegt.
Ik ga wat vaker mijn mond open doen.
En nodig me vooral uit als ik het niet doe,
Dat vind ik helemaal prima.”

Langzaam zakken de schouders van Zuzu naar beneden.
Alsof er een last vanaf is gevallen.

“Dat zou fijn zijn” verzucht ze.