We zijn halverwege een sessie met een team verpleegkundigen.
Het gaat al even over het gedrag van ‘sommige collega’s buiten de afdeling’.
“Dat doet ze omdat ze macht wil hebben”
zegt Marieke met overtuiging in haar stem.
In één kort statement heeft ze de intenties van haar collega (die er niet bij is) geduid.
Ik kijk rond wat haar collega’s hiervan vinden.
Maar eigenlijk weet ik het antwoord al.
Ze vinden er niet zoveel van.
Sterker nog, het valt ze niet eens op
dat al de hele dag aannames worden gedaan
over het gedrag van anderen.
Als luie interventies niet werken
Ik probeer een luie vraag:
“Welke vragen of reacties roept dit op bij jullie?”
Ik kijk naar de mensen die nog weinig hebben gezegd.
Ze kijken me met verschrikte ogen aan.
“……vragen?” zegt Denise vertwijfeld.
De rest blijft stil.
Pfff, dit gaat een zware dobber worden.
Ongeschreven regels
Na de lunchpauze maken ze een top drie van hun ongeschreven regels.
Ik besluit even af te wachten wat daar uit komt.
In de top drie komen duidelijke patronen terug
Er worden openhartige gesprekken gevoerd.
Rake opmerkingen gemaakt.
Maar de meest bepalende ongeschreven regel zie ik niet terug:
We doen hier regelmatig aannames zonder die bij elkaar te toetsen.
Ik besluit dat ze onbewust onbekwaam zijn op dit gebied.
Dan hebben luie interventies geen zin.
“Mag ik er één toevoegen?” vraag ik.
Gretig knikken ze.
Ik schrijf in stilte de ongeschreven regel op.
En vooruit, ik probeer nog één luie interventie.
Ik blijf stil.
………
“Kun je die uitleggen?” vraagt Mariska.
Patronen helder maken
“Ja, dat kan ik uitleggen.
Het valt me de hele dag al op dat jullie heel weinig vragen stellen aan elkaar.
Als je niks vraagt, ga je vanzelf aannames doen
over wat je hoort en ziet in de samenwerking.
Die aannames heb ik vaak zien langskomen.
Zojuist nog, toen het gedrag van een collega uitgelegd werd
als macht willen hebben.
Er worden allerlei negatieve aannames gedaan
over de intenties achter haar gedrag,
zonder deze bij haar te toetsen.
Volgens mij is dat precies wat de negatieve roddelsfeer in jullie team versterkt.”
Het blijft weer stil.
De hoofden zijn zichtbaar druk in de weer.
“Wie herkent dat?”
“Ja, ik herken dat wel.
Dat doen we inderdaad.” zegt Ayden.
“Maar hoe lossen we dat dan op?”
“Dat zegt ze toch net?” zegt Marieke nu.
“We moeten meer vragen stellen.”
Ik vraag ze prioriteiten te bepalen door een selectie te maken
uit de zeven ongeschreven regels die op de flap staan.
Welke ongeschreven regels willen ze als eerste aanpakken?
Ze brengen allemaal twee stemmen uit.
Iedereen geeft minstens één stem aan de ongeschreven regel over aannames.
Eerst zullen ze door moeten hebben wanneer ze die aannames doen.
Van onbewust onbekwaam naar bewust onbekwaam.
Ze spreken een codewoord af voor als er aannames gedaan worden
zonder deze te checken.
Successen vieren
Een week later spreek ik de leidinggevende,
die tijdens de teamsessies wijselijk haar mond hield.
“Ik had het niet verwacht, maar vandaag stonden vijf verpleegkundigen bij de balie te kletsen over een andere collega, toen één van hen ineens zei:
‘volgens mij is dit een aanname die je doet’
Zo tof!
En het kwartje viel!”
“En heb je ze een vet compliment gegeven?!” vraag ik.
“Oh ja goeie, dat ben ik helemaal vergeten..”
De eerste stappen zijn gezet.